vervangen door de X-3, terwijl de voorlopig
herstelde X-29 de groep weer volledig op
sterkte bracht.
Op 11 februari maakte de X-29 een evacua-
tievlucht naar de enige nog onbezette haven
op Borneo, Bandjermasin. Na te zijn neer
gestreken op de Barito-rivier werd de boot
verwelkomt door hevig mitrailleurvuur van
Japanse troepen, die al vanaf 9 februari
Bandjermasin bezetten. De Dornier startte
onmiddellijk en wist aan het vijandelijk vuur
te ontkomen. Echter vlak voor het einddoel
Soerabaja weigerden twee motoren dienst.
De noodlanding mislukte en de boot sloeg
over de kop.
Twee vliegboten van GVT 6, de X-3 en de X-
23 waren op 7 februari 1942 ter aflossing van
GVT 7 naar Timor-Koepang gedirigeerd om
in de Sawoe-Zee luchtverkenningen uit te
voeren. Echter bleek bij aankomst dat de
Dorniers van GVT 7 door Japanse vliegtui
gen nabij het eiland Roti waren vernield. De
bemanning van GVT 7 werd aan boord
genomen en dezelfde nacht keerde GVT 6
terug naar Soerabaja. De groep werd nu op
Morokrembangan gestationneerd en vanaf
15 februari versterkt met de Dornier X-21,
zodat de sterkte uit vier vliegboten bestond.
Bij een verkenning boven de Java Zee
ontdekte de X-28 enige dagen later de
overlevenden van het KPM-schip 'Sloet van
den Beele' en de torpedobootjager 'Van
Nes', die beide op 17 februari ten zuiden van
het eiland Banka door Japanse bommenwer
pers tot zinken waren gebracht. Een grote
reddingsoperatie werd hierdoor opgestart.
Op 25 februari keerde de X-21 niet terug van
een opdracht om Straat Bali en Straat
Lombok te verkennen. Op 26 februari
verkende de X-28 in Straat Makassar een
Japanse scheepsmacht van ca. 50 oorlog- en
koopvaardijschepen, die naar het zuiden
koersten. Nadat op vrijdag 27 februari de
slag in de Java Zee zich had afgespeeld kreeg
GVT 6 de volgende dag de opdracht de Java
Zee af te zoeken naar drenkelingen en over
levenden. Helaas zonder enig resultaat.
In verband met de toenemende luchtaanval
len op Soerabaja werden de Dorniers van
GVT 6, de X-3, X-23 en de X-28 op 1 maart
naar de kali Bran tas bij Lengkong gediri
geerd. Vanuit dit geheime steunpunt verliet
GVT 6 in de nacht van 1 op 2 maart 1942 Java
en was diezelfde ochtend in de vroegte in de
baai van Broome (Australië) neergestreken.
Hier werden de Dorniers op 3 maart door
acht Japanse Navy O jachtvliegtuigen gemi
trailleerd en in brand geschoten. Hiermee
was een eind gekomen aan het bestaan van
één van de meest succesvolle vliegtuiggroe-
pen van de MLD in Nederlands-Indië.
GVT 7
Bij het uitbreken van de oorlog in Ned. Indië
bestond GVT 7 uit de vliegboten X-32, X-33
en X-34 en was gebaseerd op Tarakan voor
het uitvoeren van verkenningen van de
oostkust van Borneo.
Nadat de Japanners op 16 december 1942 bij
Miri in Brits N.-Borneo troepen aan land
hadden gezet kreeg GVT 7 opdracht de
Japanse schepen met bommen te bestoken.
De volgende ochtend werd gestart van
Tarakan en zonder jagerbescherming naar
Miri gevlogen. Ten N.O. van Miri werd
kontakt gemaakt met een Japans konvooi van
drie schepen. De X-32 wierp daarop vijf
van haar zes bommen af op de torpedoboot
jager 'Shinonomé', die na voltreffers in de
torpedobatterij binnen vijf minuten zonk.
De X-33 viel met vier bommen een koop
vaardijschip aan, echter zonder resultaat.
Na terugkomst in Tarakan werd vergeefs
gewacht op de X-34. Later bleek, dat al
tijdens de heenvlucht de X-34 een noodlan
ding moest maken op een riviertje aan de
noordkust van Borneo, waarbij twee beman
ningsleden omkwamen.
Ter vervanging van de X-34 kreeg GVT 7 de
beschikking over de X-10. De boot verkeerde
evenwel in een zodanig slechte conditie, dat
deze werd teruggegeven aan Morokremban-
gan.
Op 24 december ontwaarde de X-32 tijdens
een verkenningsvlucht de brandende 'Ruth
Alexander' van 6000 ton. Een in de nabij
heid vliegende Japanse lichte verkenner op
drijvers begon direkt een luchtgevecht met
de X-32. Deze schakelde met enkele vuur
stoten de Japanse boordschutter uit, waarna
het vijandelijke vliegtuig een goed heenko-
18