men in een wolkenveld zocht. De schade aan
de X-32, een doorschoten schroef en twee
stummeltanks, kon met eigen middelen
worden verholpen. Enkele dagen later kwam
het bericht van op volle zee varende sloepen,
waarin 48 man bemanning van de 'Ruth
Alexander' Door de X-32 werden zij opge
pikt en naar Tarakan gevlogen. Op 27
december ontving de groep de opdracht een
bomaanval te ondernemen op Japanse
vlootconcentraties bij Jolo. Daar de X-32 in
reparatie in het vliegtuigdok van Tarakan lag,
moest de X-33 de opdracht alleen uitvoeren.
Kort na zonsondergang bereikte deze Jolo
en koos een kruiser als doel. Helaas werd
deze niet getroffen, maar afweervuur trof wel
de romp van de X-33. Na veilig op Tarakan te
zijn teruggekeerd, werd direkt naar Moro-
krembangan gevlogen voor algehele repara
tie.
Op 3 januari 1942 werd de verkenningstaak
vanaf Tarakan overgenomen door GVT 4 en
vertrok ook de X-32 naar Soerabaja waar de
X-35 als derde vliegboot aan GVT 7 werd
toegewezen.
De eerste helft van januari werd vanuit
Soerabaja geopereerd, waarna de X-32, X-33
en X-35 in de tweede helft van januari naar
Makassar verhuisden. Op 21 januari werd de
voor Balikpapan bestemde Japanse trans-
portvloot ontdekt en gevolgd. Na de val van
Balikpapan keerde GVT 7 terug naar Soera
baja om enigzins tot rust te komen.
Op 30 januari werd GVT 7 naar de Sawoe Zee
gedirigeerd met Timor-Koepang als verza
melpunt. Daar het gebied rond de Sawoe Zee
inmiddels geheel door de Japanse lucht
strijdkrachten werd beheerst kwam niets
terecht van de voorgenomen plannen Koe
pang als basis te gebruiken. Diverse inham
men rond Bali en andere eilanden dienden
daarom als schuilplaats voor de Dorniers.
Op 3 februari stootte de X-33 bij een landing
nabij Dilly (Portugees Timor) zwaar lek. Na
een provisorisch uitgevoerde reparatie werd
naar Soerabaja teruggevlogen waar de vlieg
boot bij het tweede Japanse bombardement
op 5 februari werd vernield.
De bemanning stapte op 7 februari over op
de in reserve liggende X-13 en voegde zich
weer bij de andere vliegboten in een baai van
het eiland Roti. Een ontdekking door een
Japanse jagerpatrouille werd GVT 7 noodlot
tig. De drie vliegboten werden door mitrail-
leurvuur definitief buiten gebruik gesteld.
Hiermee was de taak van GVT 7 in de Sawoe
Zee ten einde.
Medio februari 1942 werd de groep opnieuw
samengesteld en uitgerust met de Dorniers
X-l, X-20, X-24 en X-36. Veel verkenningen
werden niet meer verricht en na de Japanse
landingen op Java werden de vliegboten
overgevlogen naar het Meer van Grati. Op 2
maart week de groep uit naar Australië, de X-
1 en X-20 bereikten in de vroege ochtend van
3 maart de baai van Broome. De X-24 moest
een noodlanding maken, nadat benzine was
georganiseerd vloog de boot door naar
Perth. De X-36 liep bij de landing wegens
brandstofgebrek 100 mijl ten Z. van Broome
op de riffen zodanige schade op, dat de boot
in brand werd gestoken en moest worden
achtergelaten.
Bij de Japanse aanval op dinsdag 3 maart
1942 op de baai van Broome werden ook de
boten van GVT 7, de X-l en de X-20,
slachtoffer. 48 inzittenden werden gedood,
waarvan 38 vermist, terwijl 32 personen
werden gewond.
GVT 8
GVT 8 was gestationneerd op Poelau Sambo
in de Riouw Archipel en maakte vanaf 2
december 1941 verkenningsvluchten boven
de Zuid Chinese Zee. De groep bestond uit
de Dorniers X-l6, X-l7 en X-l8. Reeds op 6
december verkende de X-l8 een Japans
troepentransportschip dat een zuidelijke
koers volgde, maar na te zijn ontdekt
onmiddellijk 180 gr. van koers veranderde.
Op 7 december ontdekte de X-l8 het
eenzame troepentransportschip opnieuw.
Aangezien de Dorniers van GVT 8 aan hun
400-uurlijkse onderhoudsperiode toe wa
ren, werd de groep op 10 december te Poelau
Sambo door GVT 3 afgelost. Op 23 decem
ber was de groep weer operationeel en vloog
kort daarop naar Tandjong Priok voor het
uitvoeren van verkenningsvluchten boven
de Straat Soenda en Straat Karimata en het
beschermen van geallieerde troepenkon
vooien naar Singapore. In verband met de
19