basis Maydown en werd zo het eerste 'carrier' squadron van de MLD. Niet alleen daarmee werd geschiedenis geschreven, maar ook door het feit, dat marine en koopvaardij toen zo nauw samenwerkten. Aan boord van een MAC-schip bleef al het personeel, dus ook van de MLD onder het gezag van de kapitein van het schip. Naast zich had hij een MLD-offïcier vliegdienst die hem adviseerde en die de leiding had van het MLD personeel en de uit te voeren vlieg- opdrachten. Een dergelijke unieke samenwerking tussen marine en koopvaardij is sedertdien nimmer meer voorgekomen. 860 Squadron leverde in juni 1945 zijn Swordfishes in en werd daarna omgeschoold op de Fairey Barracuda Mk.3 torpedo- en duikbommenwerper, die ook geleend wer den van de Royal Navy. Op het vliegkamp Fearn kwamen acht bemanningen zo ver, dat zij in October 1945 aan boord van de escorte carrier Nairana konden embarkeren. Het schip mat 13.000 ton, snelheid was 16 kn, deklengte 150 m, breedte ca. 20 m. Het kon 18 vliegtuigen uit die tijd aan boord nemen, had een hangar en diverse technische en radardirectie faciliteiten. Men kon daarom het schip terecht hulp-vliegkampschip noe men. Het had dienst gedaan ter bescherming van konvooien o.m. naar de Soviet Unie. HMS Nairana werd voor twee jaar aan onze marine in bruikleen gegeven om de nodige ervaring op te doen. Het schip zou op 20 maart 1946 onze eerste Hr.Ms. Karei Door man genoemd worden. Doordat de capitula tie van Japan als een verrassing kwam, werden de marineplannen aangepast. De Barracuda's werden teruggeven omdat Fairey Fireflies Mk. 1 jager-bommenwerpers waren aangekocht. Van het eerdergenoemde drie-smaldelen plan werd eigenlijk één smaldeel verwerke lijkt. 860 Squadron kreeg als basis het vliegkamp Valkenburg. Op de eerste Karei Doorman werd geoefend, waarna op 26 augustus 1946 via de Kaap naar Ned.Indië werd gegaan. Daar werd het squadron op het marinevlieg kamp Morokrembangan gestationeerd en ingezet voor verkenningen en ondersteu ning van troepen in Oost Java. Zodoende maakte het beide politionele acties mee, waarbij voor de goede liaison enkele officie ren van de mariniers bij het squadron werden geplaatst. Bij de eerste politionele actie werd een Firefly tot noodlanden ge dwongen. De vlieger vond later de dood. Na de overdracht van de souvereiniteit aan Indonesië werd 860 squadron uit dienst gesteld. Ondertussen was de eerste Karei Doorman aan de Britse Marine teruggeven en werd op 28 mei 1948 de aangekochte 'light fleet carrier' HMS Venerable als ons tweede vliegkampschip met de naam Hr.Ms. Karei Doorman in dienst gesteld. Het mat ca. 18.000 ton, snelheid was max. 25 kn, deklengte was 207 m, breedte 25 m, er waren 2 dekliften, een grote hangar, 1 katapult en was gepland met max. 48 vliegtuigen uit die tijd te kunnen opereren. Op 15 juli 1950 werd 860 squadron weer op het marinevliegkamp Valkenburg in dienst gesteld met Hawker Seafuries Mk XI, het snelste schroefachtvliegtuig ter wereld. Uit gerust met deze vliegtuigen en met de Firefly MK.IV werd Hr.Ms. Karei Doorman een bekende en geduchte verschijning bij NAVO- en andere oefeningen. Was het schip in onderhoud dan vonden detacheringen plaats aan boord van Britse vliegkampsche pen, zodat HMS Theseus, Illustrious, For midable e.a. nauwe banden kregen met 860 squadron. Terwijl Hr.Ms.Karei Doorman van 1955 tot 1958 geheel werd gemoderniseerd en voor zien werd van een hoekdek, andere vang- kabelinstallatie, stoomkatapult, deklan- dingsspiegel, betere radars en accommoda tie werden de Seafuries in 1956 uit dienst gesteld en uiteindelijk vervangen door Hawker FGA.50 Seahawk straaljagers. De Seafuries waren zondermeer parade- paardjes met prachtige vliegeigenschappen. Helaas gebeurden er enige ongelukken met trieste afloop. Met de Seahawks ging de MLD het straal tijd perk in. Het squadron maakte met deze jets furore, niet alleen aan boord van de Door man, doch ook bij de reizen naar het buitenland, zoals ondermeer naar West 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1993 | | pagina 12