Marine Vliegkamp De Kooy in de twintiger jaren, met Fokker C.l en S.
en sedert 1933, toen zij volledig verouderd
waren, voor de vliegopleiding. In 1936/37
gingen ze uit dienst. Daarnaast waren er van
Fokker de C-l's, voor opleiding en verken
ning, de S-III's voorde opleiding vliegers, de
C-Vs voor verkenning en bommenwerpen,
die ook voor de opleiding werden benut.
In 1936/37 kwamen van Koolhoven de FK-
51s en in 1938 de Fokker S-IX's voor de
aanzienlijk vergrote vlieger-opleiding. Tot
dan hadden die 'kisten' allemaal open
cockpits.
'Die maakten de mannen winterhard', zei
een instructeur met gegroefd gezicht. Spoe
dig daarna zouden zij dat tegen de Duitsers
en de Japanners waar maken.
In de journalen wordt vermeld, dat de S-IX's
en de FK-51's alle op 10 mei 1940 door
Duitse aanvallen werden vernietigd. Er was
door de Luftwaffe op het vliegkamp danig
huisgehouden; er was weinig meer van over,
ondanks twaalf Fokker D-XXI jagers van de
le Jacht Vlieg Afdeling van de Militaire
Luchtvaart Afdeling. Die kwamen op 10 april
1940 op De Kooy voor de luchtverdediging.
Hun heroïsche inzet en een aantal successen
deden de Luftwaffe niet keren.
Totdat Nederland zich overgaf werden nog
enige aanvallen gedaan, die De Kooy alleen
maar zwaarder beschadigden. En wat er nog
stond werd door speciale ploegen vernield.
De bezetter maakte in de oorlogsjaren
gebruik van De Kooy. De slechte drainage
werd verbeterd, er kwamen weer gebouwen
en technische voorzieningen, ook ingegra
ven benzine-opslagtanks. Er werden niet
zozeer voortdurend squadrons geplaatst; De
Kooy werd als uitvals- en noodlandingsbasis
gebruikt voor andere velden. Daar het in het
z.g. spergebied lag, kon het Verzet er
nagenoeg niet bij komen. De Duitsers
besloten De Kooy voor hun terugtocht
grondig te vernielen. Zo werd het veld
doorploegd met geulen en voorzien van
palen, verbonden met prikkeldraad om
17