Macchi Castoldi M.C. 72
officieel nimmer overtroffen
Tot één van de pronkstukken in de verzameling historische vliegtuigen van het
'Museo Nazionale della Scienza e della Tecnica Leonardo Da Vinci' in Milaan
mag ongetwijfeld de Macchi Castoldi M.C.72 worden gerekend. Een watervlieg
tuig op drijvers, dat in 1929 werd ontworpen om in 1931 te worden ingezet in de
snelheidswedstrijd om de Schneider Trophy. Een wedstrijd die tot doel had de
vooruitgang van het watervliegtuig te bevorderen. Sedert 1913 hadden
voornamelijk Italianen, Engelsen en Amerikanen elkaar de eer betwist. Het
reglement schreef voor dat het land, dat de wedstrijd driemaal in successie won,
definitief in het bezit van de begeerde trofee kwam. De Britten hadden de
wedstrijd in 1927 en 1929 gewonnen. In 1928 en 1930 hadden er geen
wedstrijden plaatsgevonden. De race in 1931 zou dus bijzonder spannend
worden. Slaagden de Britten erin ook deze wedstrijd te winnen, dan mochten zij
de trofee blijvend in eigendom houden.
Het was de Italianen er dan ook alles aan
gelegen om de Britten in 1931 de voet dwars
te zetten.
De man op wie de Italianen in 1929 hun
hoop vestigden, was de 41-jarige ingenieur
Mario Castoldi, die met zijn medewerkers de
taak op zich nam om een vliegtuig te
ontwerpen, dat de Schneider Trophy naar
Italië moest brengen. Met de door Castoldi
ontworpen Macchi M.39 had Mario De
Bernardi op 13 november 1926 bij Norfolk
in Amerika met 396,689 km/u de snelste tijd
gezet, waardoor Italië de trofee voorlopig in
bezit kreeg. De ervaringen die Castoldi met
deze machine en met de eveneens door hem
ontworpen M.52 en M.67 had opgedaan,
verwerkte hij in zijn nieuwe racevliegtuig, de
Macchi Castoldi M.C.72. Deze machine was
een laagdekker met staalbandverspanning.
De Fiat fabriek had voor deze gelegenheid
een nieuwe 24-cilinder V-motor gefabri
ceerd, de A.S.6, waarmee twee tegengesteld
draaiende propellers werden aangedreven.
Deze extra lange A.S.6 motor slokte bijna de
helft van de ruimte in de romp op. Het
voorstuk van de romp, waarin de motor was
ondergebracht, was opgebouwd uit een
vakwerk van stalen buizen, waaraan ook de
vleugels en de stijlen van de drijvers waren
bevestigd. De bijzonder hechte constructie
was in staat om de op het vliegtuig inwerken
de krachten volledig op te nemen. Achter
deze motorbok begon het staartstuk, dat in
tegenstelling tot het voorstuk, een houten
schaalconstructie had. Motorbok en staart
stuk waren met vier bouten aan elkaar
bevestigd. De in het voorste gedeelte van het
staartstuk geplaatste cockpit was zo krap
bemeten dat de vlieger er bij wijze van
spreken met de schoenlepel moest worden
ingebracht en na het beëindigen van de
vlucht met een blikopener moest worden
bevrijd. De vleugels en drijvers, inclusief de
bekleding, waren geheel van duralumin
vervaardigd.
Eén van de problemen, waarvoor Castoldi
zich zag geplaatst, was het onderbrengen van
reservoirs, radiateurs en buizenstelsel bin
nen de zo klein mogelijk gehouden afmetin
gen van de M.C.72. Het oliereservoir plaats
te hij in het staartstuk en de benzinetanks in
de drijvers. De radiateurs nodig voor de
motorkoeling waren geheel in de vleugels
geïntegreerd, volkomen glad, zodat ze geen
extra weerstand gaven. Ook bevond zich in
20