wereldrecord over een traject van 100 km
met 628,93 km/u op zijn naam te brengen.
Enkele weken later, op 21 oktober, legde
Lt.kol. Pietro Scapinelli beslag op de 'Coupe
de Vitesse Louis Blériot' door een half uur
lang een snelheid van 619,37 km/u aan te
houden.
In 1934 besloot men tot een poging om het
wereldsnelheidsrecord scherper te stellen.
Francesco Agello, inmiddels bevorderd tot
sergeant-majoor, was de aangewezen man.
23 oktober 1934. Recorddag in Desenzano.
Vandaag zal Francesco Agello zijn eigen, op
10 april 1933 gevestigde, wereldsnelheids
record pogen te verbeteren. Temidden van
een groot aantal militaire en burgerlijke
luchtvaartautoriteiten probeert de comman
dant van de 'Scuola alta Velocita', kol.
Bernasconi, zijn nervositeit te verbergen. De
verzamelde menigte volgt met spanning de
voorbereidingen voor de vlucht, waarvoor
een traject is uitgezet boven het Gardameer.
Met snelle motorboten wordt een aantal
controleurs naar de beide keerpunten van
het traject gebracht, die ter hoogte van
Moniga en Manerba liggen. Even later stijgt
een watervliegtuig op met aan boord enkele
officieren, die er op moeten toezien dat de
M.C.72 tijdens de recordvlucht de vlieg
hoogte van 400 meter niet te boven zal gaan.
Dit om te voorkomen dat de machine met
enigszins naar beneden gerichte neus on
rechtmatig snelheid zal kunnen winnen.
Even na 12 uur wordt de rode M.C.72 op een
wagentje uit de hangar gereden. De weers
omstandigheden zijn niet ideaal. Een bries
vanuit het zuiden doet het wateroppervlak
rimpelen; iets dat tijdens start en landing het
uiterste van de concentratie en het vakman
schap van Agello zal eisen. Desondanks
besluit hij, dat de recordvlucht moet door
gaan. De motor wordt nog éénmaal proefge
draaid. Daarna worden de bougies verwis
seld en wordt de olie ververst. Het is nu 14.30
uur.
De M.C.72 wordt behoedzaam te water
gelaten. Agello staat gereed. In zijn leren
vliegkap heeft hij zoveel mogelijk watten
gepropt om zijn oren te beschermen tegen
Francesco Agello.
het donderende lawaai dat de motor voort
brengt. Van kol. Bernasconi en enkele
kameraden krijgt hij nog wat laatste raad
gevingen. Dan wurmt hij zich in de nauwe
cockpit. Chefmonteur Viriglio van Fiat staat
op de vleugel om Agello, die zich moeizaam
in de cockpit kan bewegen, in de heup- en
schoudergordels te sjorren. Zo worden man
en machine tot één geheel samengesmeed.
In het water staande helpers duwen de
M.C.72 aan de drijvers een eindweegs het
meer op. Dan wordt de reusachtige motor
aangeslagen. Een oorverdovend gebrul, dat
door de bergen aan de overkant van het meer
wordt weerkaatst, overstemt alle andere
geluiden. Het is nu precies 14.56 uur. Agello
schuift de gasmanette naar voren en de
Macchi M.C.72 begint zijn aanloop over het
Gardameer. De sterke door de beide propel
lers naar achteren geblazen luchtstroom
ranselt het water dat, hierdoor opgezweept,
een gordijn van schuim achter de startende
machine veroorzaakt. Vierenzestig seconden
vecht Agello met handen en voeten tegen het
natte element. Dan is het ogenblik aange-
23