den afgelost. Bij de aankomst op oudejaars
dag maakte het vliegveld een troosteloze
indruk. Overal waren de sporen te zien van
de slag om Engeland, beschadigingen aan
gebouwen waren nooit gerepareerd.
Door zijn ligging aan de kust werd de basis af
en toe nog aangevallen door Duitse vliegtui
gen en zelfs onderging men af en toe
beschietingen van lange-afstandsgeschut. De
van 350 Squadron overgenomen Spitfires
waren ook nietje dat, maar men wist zich er
aardig mee te redden.
Op 4 januari 1944 kreeg het squadron
opdracht voor de eerste operaties. Na de
briefing werd om 11.00 uur gestart om 24
Mitchells van 320 Squadron te escorteren
naar Noord-Frankrijk waar V-l stellingen
werden gebombardeerd.
Er werden vanuit Hawkinge vele escortmis-
sies gevlogen, vaak voor Mitchells, Bostons
of Marauders.
Na een cursus duikbommenwerpen bij het
Schotse Ayr eind februari 1944, zou het
squadron in maart worden overgeplaatst
naar de basis Acklington bij New Castle in
Noord-Engeland. Hier kreeg het squadron
een maand de tijd om los te raken op de
nieuwe Spitfire Mk.XIV, een kist met feno
menale prestaties.
Op 21 april zat de Acklington-periode erop
en vertrok het squadron richting Hartford
Bridge, ten zuid-westen van Londen. De
basis werd gedeeld met een Frans en een
Brits squadron, respectievelijk uitgerust met
Bostons en Mitchells. Regelmatig moest
patrouille gevlogen worden, om te voorko
men dat Duitse vliegtuigen van grote hoogte
foto's namen. In verband met de ophanden
zijnde invasie bevonden zich in Zuid
Engeland grote concentraties van troepen en
materieel. Op 5 juni moesten de vliegtuigen
worden voorzien van een speciaal herken
ningsteken op de romp en vleugels: 'Inva
sion stripes', 's Avonds om 23.00 uur werd
de vliegers verteld dat D-Day was vastgesteld
op 6 juni. De taak van het squadron zou
hierdoor echter niet veranderen, iets dat als
een teleurstelling werd ervaren. De dagen na
de invasie werden gekarakteriseerd door
niets doen met af en toe een antiverkennings-
patrouille of een escortering van WACO-
zweefVliegtuigen slepende Dakota's.
Een nieuw gevaar deed zich voor. Op 13 juni
1944 startte Hitier zijn laatste wanhoops
offensief tegen Engeland. Honderden V-l's
vlogen dagelijks Engeland binnen, waarbij
vooral de Britse hoofdstad het zwaar te
verduren kreeg. 11 Jachtsquadrons waaron
der 322 werden ingezet als eerste verdedi
gingsgordel, 20 mijl uit de kust. Op 18 juni
werd de jacht geopend en haalde 322 zijn
eerste V-l neer. Terwijl de operaties door
gingen werd het squadron op 20 juni
verplaatst naar Westmalling, oost van Lon
den. Er werden lange dagen gemaakt en
grote aantallen sorties gevlogen.
Regelmatig gebeurde het dat de munitie op
was, maar nog voldoende brandstof aan
boord was. De Engelsen hadden hier iets op
gevonden: ze gingen naast de V-l vliegen en
maakten het besturingssysteem onklaar door
een vleugeltip van het eigen vliegtuig onder
de vleugel van de V-1 te brengen en deze om
te tippen. Hierdoor raakten de gyrotollen uit
balans en stortte de bom ongecontroleerd
neer. Deze methode werd gauw bekend bij
de Duitsers, die daarna drukcontacten aan
de vleugels van de V-1 aanbrachten zodat bij
aanraking de bom exlodeerde.
De volgende 322 standplaats werd het RAF
veld Deanland, tussen Brighton en East
bourne waar het squadron op 21 juli naar toe
verhuisde. Hier werd het magische getal van
100 afgeschoten V-l's gepasseerd. In de
nacht van 10 op 11 augustus werd door 322
haar laatste V-1 neergeschoten en daarmee
kwam het squadron op een totaal van 11 OVè
vernietigde V-l's.
Na het V-l avontuur werd het squadron
ingezet voor verschillende taken voorname
lijk boven het nu steeds verder bevrijd
rakende continent, zoals het escorteren van
bommenwerpers, het zorgen voor 'target
cover', 'fighter sweeps' en gewapende ver
kenning. Het squadron werd weer uitgerust
met de Spitfire Mk.IX, dit betekende voor de
vliegers een stap terug, maar het toestel was
10