322 werden droppings uitgevoerd met be hulp van onder de vleugels bevestigde containers. De politionele actie was beëin digd en de Spitfires werden naar Andir overgevlogen in afwachting van verzending naar Nederland. Op 4 november vertrok 322 Squadron met de 'Tabinta' naar Nederland. DE MAANDVLIEGERIJ Na voor de tweede keer op non-actief geweest te zijn, werd 322 Squadron in 1950 op Twenthe nieuw leven ingeblazen. Door de internationale verplichtingen die Neder land was aangegaan moest voor de eerste internationale luchtverdedigingsoefening 'Cupola' 2 squadrons Meteors en 1 squa dron Spitfires worden geleverd. Daar de eigen 322 kisten uit Indië aan België waren verkocht, werden de benodigde toestellen gevonden bij de Jacht Vlieg School (J.V.S.). Tijdens de oefening bleek dat de Spitfire inmiddels verouderd was en dat de Meteors duidelijk betere resultaten boekten. Daar inmiddels de Meteor de ruggegraat vormde van de Nederlandse luchtverdedi ging, zou de Spitfire verdwijnen en daarmee 322 Squadron. Een noodroep om het squa dron met de rijkste historie in stand te houden vond gehoor en 322 Squadron zou kunnen blijven bestaan als een squadron met een geheel eigen karakter, n.l. als maandvliegsquadron. Dit betekend, dat reserve vliegers, die een zestal jaren in vaste dienst hadden gevlogen, nog drie jaar als maandvlieger ervaring konden behouden op de Spitfire. De ervaring van deze vliegers was uiteraard behoorlijk groot en dat hield eigenlijk de operationele waarde van het squadron nog enigzins op peil. Op 31 augustus 1951 werd de vliegbasis Twenthe verruild voor de vliegbasis Soester- berg. In die tijd voerde 322 de squadron registratie 3W uit de Engelse periode weer op haar toestellen. Midden 1952 arriveerde de eerste Meteor Mk.4 bij het squadron. Eenmaal uitgerust met de Meteor nam de waarde van 322 weer toe, zodat in april 1953 het squadron operationeel kon worden verklaard. Naast 22 Meteors had het squadron nog steeds de beschikking over 18 Spitfires met het daarbij behorende personeel, zodat men in deze periode over een abnormaal groot squadron kon spreken. In 1953 werd de Meteor Mk.4, die slechts één jaar dienst had gedaan bij 322, vervangen door de modernere Meteor Mk.8, ook waren nog enkele Spitfires actief in het squadron, die af en toe door gasten werden gevlogen. Op 4 juni 1954 werd de Spitfire officieel uit de inventaris afgevoerd. Per 1 januari 1958 werd de maandvliegerij afgeschaft. Met de komst van een nieuw vliegtuig, de Hawker Hunter Mk.4, werden de eisen aan de vliegers zo verzwaard, dat alleen een vlieger in vaste dienst daar nog aan kon voldoen. Omdat 322 daardoor te weinig vliegers had, werd het personeel van 327 Squadron ingedeeld bij 322. In de praktijk veranderde 327 van naam en ging per 7 januari 1958 322 Squadron heten. De Hunters werden even eens overgenomen van 327 Squadron en kregen in maart van dat jaar de 3W-registra- tie op de neus geschilderd. De hoofdtaak van 322 Squadron bleef de luchtverdediging en de Hunter fungeerde daarin als 'day-intercepted. Vanaf juni 1958 werd de Hunter Mk.4 vervangen door de Hunter Mk.6, waarmee het squadron zon der bijzonderheden de zestiger jaren bin nenvloog. DE NIEUW GUINEA PERIODE Toen eindjaren 50 de politieke situatie rond Nieuw Guinea steeds slechter werd, besloot de regering de strijdkrachten aldaar te versterken. Dit betekende voor de Koninklij ke Luchtmacht, dat 12 Hawker Hunter F Mk.4 en 2 Alouette II helicopters naar Nieuw Guinea ter versterking zouden worden over gebracht. Op 30 mei 1960 vertrokken de vliegtuigen aan boord van het vliegdekschip Hr.Ms. Karei Doorman. Per 1 augustus 1960 werd in Nederland 322 Squadron op non- actief gesteld om naar Nieuw Guinea te worden uitgezonden en daar zorg te dragen voor de luchtverdediging van Biak en om streken. 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1993 | | pagina 14