De aanmelding voor Nieuw Guinea was
vrijwillig, zodat de nieuwe leden van 322 uit
alle windstreken kwamen. Na een V.O.T.C.-
cursus, een verblijf op het Kon.Instituut voor
de Tropen en een bezoek aan een bierfabriek
werd de nieuwe bezetting op 19 september
geplaatst op Leeuwarden. Hier werd nog
zeer intensief geoefend, waarbij het accent
kwam te liggen op tactische missies. Op 28
september vertrok het grondpersoneel aan
boord van het legeringsschip 'Keerkring',
waarbij de vliegers met 14 Hunters een
geweldige fly-past gaven.
Op 21 oktober 1960 was de eerste Hunter
opgebouwd en gereed voor een testvlucht.
Deze moest vroeg in de ochtend plaats
vinden, gezien de hoge temperaturen over
dag en de korte baan.
Begin november waren de eerste Hunters
gereed met testvliegen. Inmiddels was mid
den november de 'Keerkring' aangekomen
terwijl op 18 november de overige squa
dronvliegers arriveerden, zodat nu aan de
operationele opbouw kon worden begon
nen. Dit ging in het begin nogal moeizaam,
omdat er nog veel werk aan de baan verzet
moest worden, maar midden december had
iedere vlieger tenminste twee keer een
familiarisatietrip gemaakt.
Het personeel werkte onder primitieve
omstandigheden en werd al gauw net zo
inventief als hun voorgangers in Indië zo'n
10 jaar daarvoor.
Er werd weinig gevlogen en om toch in de
lucht te kunnen zijn, werd vaak aangemon
sterd op een Dakota van de Marinelucht
vaartdienst als deze op kampong verkenning
ging. Zo raakten de 322-ers toch vertrouwd
met de omgeving. Eindelijk kon de startbaan
van Mokmer zonder beperkingen worden
gebruikt. Weliswaar was ze maar 2000 m.
lang, maar er kon worden gevlogen.
Er werd uiteraard veel geoefend, speciaal
ook door het 'stuntteam' dat op de verjaar
dag van de KLu moest optreden. Er werd zo
veel gevlogen, dat de technische dienst op
een goed moment aan de bel trok: men had
berekend dat als zo werd door gevlogen alle
Hunters practisch tegelijk voor een minor-
inspection kwamen te staan.
Vanaf september 1961 kreeg men daadwer
kelijk te maken met Indonesische infiltran
ten. De eersten werden 18 september ge
dropt in de buurt van Sorong. Tegerlijkertijd
werd een begin gemaakt met de aflossing.
Toen werd het menes. Op 19 december 1961
had Soekarno de mobilisatie van de Indone
sische strijdkrachten aangekondigd en be
loofde hij spoedig het bevel tot de bevrijding
van Nederlands Nieuw Guinea te geven.
Plotseling bleek alles mogelijk: als aanvulling
werden 12 Hunters Mk.6 naar Biak ver
scheept die uitgerust werden met de GAR-8
Sidewinder. Nieuwe vliegers kwamen als
aanvulling. 322 stond voortdurend 'stand
by' O m de papoea' s gerust te stellen werd de
staart van de vliegtuigen voorzien van de
'Papua Barat'-vlag. Helaas zag Den Haag dit
niet zitten en moest de vlag worden verwij
derd.
Eind april 1962 vonden luchdandingen
plaats boven Teminaboean en Kaimana.
Beide plaatsen lagen echter buiten het bereik
van de Hunters, daarom werd gezocht naar
vooruitgeschoven steunpunten waar vanaf
kon worden geopereerd.
Men vond hiervoor de veldjes Jefman bij
Sorong en Utarom bij Kaimana het meest
geschikt. Meteenbaanlengtevan 1400 meter
moest echter wel een nieuwe startmethode
worden ontwikkeld.
Tot aan de wapenstilstand, die op 18 augus
tus 1962 inging heeft 322 tot haar teleur
stelling geen contact gehad met de vijand. Er
is veel op stand-by gezeten, er is een enkele
keer gescrambled, maar dan bleek dat er
ongecontroleerd een Neptune rondvloog, er
is ook niet gescrambled, toen er wel moge
lijkheden waren, er is patrouille gevlogen om
Hollandia luchtdekking te geven. De Hun
ters konden weer worden ingepakt en de nu
moderne basis Mokmer kon worden over
gedaan aan Pakistaanse VN-militairen. In
oktober en november 1962 verliet de Lucht
macht Nieuw Guinea en daarmee werd weer
een bladzijde omgeslagen in de 322-analen.
DE STARFIGHTERPERIODE
Na ruim anderhalf jaar non-actief te zijn
16