met Anton de documenten, benodigd voor de terugreis, ophalen in Warschau, meer dan drie uur rijden vanaf Torun. Wij begonnen met ons plan. De trekhaak van de Alk bleek niet te passen aan de koppeling van de auto ambulance en dus werd de aanhanger met een spanband letterlijk aan de Alk geknoopt. De eerste hindernis was oom Izydor's poort naar zijn erf. Deze was zo smal, dat de Alk met aanhanger de scherpe draai van het erf af niet kon nemen. En dus werd oom Izydor's poort vakkundig gesloopt. Eerst werden de vleugels op de aanhanger gehesen en begon de eerste rit naar de Queen. Heel voorzichtig baande de Alk zich een weg door het grasland, toen de helling op en eindelijk konden de vleugels overgeladen worden op de Queen, 45 minuten hadden we nodig voor 600 meter. Rond twee uur hadden we de helft van het vliegtuig geladen. Zonder het te vragen had Katarzyna gekookt, en hoe! Eerst soep, toen aardappelpuree met diverse groenten, gehaktballen en kippepoten, toen brood met zult, worst en komkommer salade, daarna zelfgebakken taart en koffie, het kon niet op. We waren er allen van overtuigd, dat deze mensen, van het weinige dat ze hadden, het beste met ons wilden delen, een ongekende gastvrijheid en harte lijkheid. Spontaan kwam dan ook het idee om iemand van ons naar het dichtstbijzijnde dorp te sturen om een forse bos bloemen te kopen voor Katarzyna en een paar flessen vodka voor oom Izydor. Polen is ten opzich te van ons, niet duur en toen ik terug kwam uit de stad met een enorme bos bloemen en drie flessen vodka, had ik maar een vijfde uitgegeven van wat we gelapt hadden. En dus werd de rest in een enveloppe gedaan. MAANDSALARIS VOOR OOM IZYDOR EN KATARZYNA 's Avonds om acht uur was het vliegtuigen de motor geladen, vastgesjord en afgedekt. Het geheel was klaar voor transport na weer een lange dag. Katarzyna had weer koffie en koek en oom Izydor even later weer vodka. Tijd om onze geschenken te overhandigen en afscheid te nemen van een paar heel lieve mensen. De fooi in de enveloppe was in duitse marken en dus haalden Katarzyna en oom Izydor er meteen de krant bij om te kijken wat dat vreemde geld waard was in zloty's. Katarzyna begon een beetje te huilen, het bleek meer dan een maandsalaris te zijn. We mochten beslist nog niet weg, even nog, nog een vodka. Inmiddels waren Anton en Kapt. Van de Berg ook gearriveerd. Het was niet helemaal gelopen zoals verwacht. De papieren konden pas vrijdag om 12 uur opgehaald worden in Warschau! Besloten werd, in ieder geval morgen de boordwapens naar Poznam te brengen en de auto's zolang in Torun op een bewaakte parkeerplaats onder te brengen. Katarzyna was weer in d'r keuken gegaan en even later roken we dat we inderdaad nog niet weg konden; niet lang daarna kwamen drie grote schalen met zo'n acht kilo vers gebakken paling de huiskamer binnen. We hadden behoorlijk grote eters bij ons, maar dit was echt teveel van het goede. Met in kranten gewikkelde stukken gebakken pa ling, die we beslist mee moesten nemen, namen we afscheid van de onvergetelijke oom Izydor en zijn vrouw Katarzyna. Al vroeg vertrokken een paar van ons en Anton naar Poznam met de boordwapens. De F-27 Friendship kwam als afgesproken om 12 uur binnen. Even later kwam de douane en de problemen. Anton had wel een uitvoervergunning voor een complete MIG- 15 maar niet voor de wapens apart. Dus, of de hele MIG moest mee of niets. Aangezien er nog geen vleugel van de MIG-15 in de F- 27 past, viel de keus op 'niets'. Onverrichter- zake ging de F-27 weer naar huis. Onderweg besloten we niet meer over boordwapens te praten en ze vanaf nu gewoon 'vliegtuig onderdelen' te noemen, net als de rest. ZELFSTANDIGE ANTON WORDT WERKNEMER De volgende dag, vrijdag, was Anton om drie uur 's middags terug uit Warschau, met de papieren. Nu konden we dan eindelijk naar het douane-depot in Torun voor de beno digde stempels op de uitvoerpapieren. Edoch, 'Murphy's Law' deed zich weer gelden. Anton had wel de goede papieren, maar was als zelfstandig ondernemer niet 11

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1993 | | pagina 11