DOUGLAS DC-3
Er is nog steeds een vliegtuig dat veel aanduidingen gekregen heeft, maar waarvan veel
mensen niet de juiste combinaties kennen. De Douglas DC 3 - de opvolger van de DC 2.
Reeds voor de oorlog werd dit type door de KLM gebruikt. Bij het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog werden door de USAAF bestellingen gedaan voor deze vliegtuigen welke C-47
werden genoemd. Aangezien de productie niet direct voldoende was werd een deel van de
Amerikaanse civiele luchtvloot gerequireerd tbv de USAAF. Deze vliegtuigen kregen
aanduidingen van C-48 tot en met C-53. Bij de C-49J toestellen hoorde ook een bestelling
van het ML-KNIL. In 1942 werd aan zes gevorderde DC-3's de aanduiding van C-68 en C-84
gegeven. Tijdens de oorlog werd een C-47 ontdaan van motoren en brandstoftanks en
uitgeprobeerd als het zweefvliegtuig CG-17. De door de Amerikaanse marine gebruikte
versies heetten R4D-1 t/m8. Een in 1945 gebouwde versie kreeg de aanduiding C-l 17, terwijl
een in 1951 verbouwde versie de aanduiding C-l29 kreeg.
Een Amerikaanse civiele naam voor enkele DC-3 modellen was 'Skysleeper' en de
Amerikaanse luchtmacht noemde haar C-47 modellen 'Skytrain'. Deze laatste naam is niet
erg aangeslagen. Toen dit type in Engeland in dienst kwam kreeg het de naam 'Dakota', een
naam die is blijven hangen. Veel van de in Nederland gebruikte C-47 vliegtuigen, zowel civiel
als militair, waren afkomstig van de RAF. De C-47 vliegtuigen in Indië waren voor een groot
deel afkomstig van de USAAF.
Dit is nog niet het einde van het verhaal. Al voor de oorlog waren de licentierechten verkocht
aan Fokker, Rusland en Japan. Fokker heeft voor de oorlog alleen geïmporteerde DC-3 in
elkaar gezet en na de oorlog C-47's opgeknapt en gemodificeerd. De Russen bouwden voor
en tijdens de Tweede Wereldoorlog de Li-2 en de Japanners de L2D-*. Met dat laatste type
heeft het RAPWI Squadron van de ML-KNIL na de oorlog ook nog even gevlogen.
CANADIAN ARMED FORCES
Door de vliegopleidingen in Canada en de aankoop van 7 voor de Canadezen overtollige
Boeing CH-47C helicopters werd kennis gemaakt met een volgnummersysteem dat zeer
complex is. Ieder vliegtuig of helicopter wordt in dit systeem ingepast, maar met
inachtneming van bestaande aanduidingen. Dit leidt ertoe dat de toegekende nummers soms
ver uitelkaar liggen, en lage nummers later worden toegekend dan hogere. Bij de Boeing CH-
47C is 100 bij de oorspronkelijke Amerikaanse aanduiding gevoegd, waardoor CH-147
ontstaat. Er wordt niet altijd gebruik gemaakt van aanvullende letters.
BIJNAMEN
Er is gesproken over namen en bijnamen. Bij de Nederlandse strijdkrachten hebben enkele
typen rondgevlogen met een bijnaam, dwz een naam die er door de gebruiker of anderen aan
werd gegeven, vaak vanwege een bepaalde vormgeving. De Engelsman Sopwith bouwde een
vliegtuig met vleugelsteunen van ongelijke lengte dat daardoor 'One and a half 1 lA) Strutter'
gingheten. DeBeechcraft 17S, ook genoemd UC-43, had de bijnaam'Staggerwing' omdat de
vleugels ten opzichte van elkaar naar achteren verschoven waren. De Fokker S-14 had
vanwege de rechte vleugel de bijnaam 'Plank' De Grumman Tracker had vanwege de
Amerikaanse aanduiding S2F- de bijnaam 'Stoof, spreek uit Stoef. Maar één van de
vreemdste bijnamen is toch wel die van de F-86K Sabre. Vanwege de K in de aanduiding en
de jagerfunctie heeft dit vliegtuig de naam 'Kaasjager' gekregen, volgens sommigen zou de
naam afgeleid zijn van een politieofficier uit een van de grote steden. Maar, volgens DrJ.
Presser in zijn boek'De Tachtigjarige Oorlog', blz 131, was een Kaasjager een soldaat die met
zijn kornuiten het land afstroopte op zoek naar buit. Dus niet iets om trots op te zijn.
30