American B-25 Mitchell middelzware bom menwerper in maart 1943 bij het squadron, ondermeer via de Lend-Lease regeling met de Verenigde Staten. De Mitchell was reeds bij de Nederlandse Militaire Luchtvaart School in Jackson VS in dienst en bij het 18e squadron van de Militaire Luchtvaart van het Kon. Ned. Indisch Leger in Australië, daar reeds in 1941 de Nederlandse regering het toestel had besteld. Nu had de R.A.F. zelf enige Mitchell squadrons ingedeeld bij Bom ber Command, zodat 320 squadron uit Coas tal Command ging en daarmee zijn maritie me taken vaarwel zegde, hoe zeer de Marine leiding dat eerst betreurde. In Bomber Com mand werden lichte en middelzware bommenwerpers in R.A.F. No. TWO Group ingedeeld, welke onder leiding stond van de toen reeds befaamde Air Vice Marshal Sir Basil Embry. Ter voorbereiding van de invasie werd op 13 november 1943 de Allied Expeditionary Air Force opgericht met de 9th U.S. Army Air Force, de Air Defence of Great Britain en de (R.A.F) Second Tactical Air Force, w.o. R.A.F. No.TWO Group kwam, dus ook squadron 320. NIEUWE TAKEN EN TAKTIEKEN Toen 320 voldoende was opgewerkt, begon het met een sterkte van 12, daarna oplopend naar 18 tot 22 vliegtuigen zijn nieuwe taak tezamen met de R.A.F. Mitchell squadrons 98, 180 en 226, het met Boston lichte bom menwerpers uitgeruste R.A.F. squadron 88 en het R.A.F. 342 Franse squadron Lorraine. Dat betekende aanvallen op vijandelijke communicatie centra, vliegvelden en opslag plaatsen, waarnaast speciale doelen kwamen, zoals VI- en V2 raket opstellingen. Daaraan werden bij het naderen van D-day operaties tegen kustbatterijen en troepenconcentra ties toegevoegd. Operaties werden overdag in box-formatie van 6 vliegtuigen uitgevoerd, waarbij de box gevormd werd door twee formaties van 3 in V-vorm. Iedere Mitchell had 8 x 500 lbs of 4 x 1000 lbs bommen (meestal general purpo se) bij zich, die enkel, of met een tevoren bepaald interval in serie konden worden afgeworpen. Door zo'n box tegelijk de bom men te laten afwerpen, het z.g. pattern bom bing, kon men een groter trefkans krijgen. Voor het aanvallen van een doel van grote oppervlakte vlogen boxen bij elkaar in V-for matie, leidend tot de z.g. diamond forma tion, een ruit-formatie met 4 boxen of 24 vliegtuigen. Het afwerpen van de bommen geschiedde via de VHF radio op commando van de z.g. leading navigator (waarnemer) van de boxleider, in geval van grotere forma ties door die van de voorop vliegende eerste box. Hij bediende de Mark XIV bommen- richtkijker, die beperkt gestabiliseerd was om enige koers, hoogte- en snelheidsveran deringen tijdens de aanval te kunnen doen. Die waren zeer nodig, daar het op een zelfde koers en hoogte blijven betekende, dat FLAK (Flugzeug Abwehr Kanonen) luchtaf- weerbatterijen, zeer snel ingeschoten raak ten. Zodoende werd gepoogd nimmer lan ger dan 20-25 seconde op dezelfde koers en hoogte te blijven. FLAK waren merendeel 88mm- of zwaardere batterijen, vast opgesteld, of mobiel, ook op treinen, die een grote vuursnelheid hadden en vaak met nabijheids/tempeerbuis scherf- makende munitie schoten. Daarbij vuurde men een barrage in een ruimte waarin de vliegtuigen waren, of schoot men gericht op de leider. Voor een barrage moest men zo snel moge lijk daar doorheen komen; voor gericht vuur moest men zoveel mogelijk ontwijkende acties doen. De combinatie gaf de grootste schade. Van de lichtere afweer(mitrailleurs) hadden de Mitchells overdag weinig te duchten daar rond 8.000 tot 14.000 vt werd gevlogen. De box-formatie was ook van belang om tegen vijandelijke jachtvliegtuigen een con centratie van vuur van eigen 12,7 mm mitrailleurs in de rugkoepel en neus uit te brengen. Gelukkig werd 320 in die tijd over dag nagenoeg nooit door jagers aangevallen, daar de onderzijde van de Mitchell slecht was beschermd. De bodemkoepel met 2 x 7,9 mms was niet effectief, hooguit wel om de schutter luchtziek te maken. Het was daarom van belang dat een escorte jachtvliegtuigen de Mitchells en Bostons begeleidde, soms oplopend tot een sterkte van meer dan 100 toestellen, zeker wanneer 18

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1994 | | pagina 18