Eind mei 1944 generaal Eisenhower, op bezoek te Dunsfold, spreekt de squadrons gemoedelijk toe.
Op de voorgrond eerste van links in marine-uniform OVL 1 J.N. Mulder (later cdt 320 en RMWO, gen.
majoor KLu) naast zich OVL 1 Van der Wolf (later bevelhebber KLu als It. generaal), beiden afkomstig
van de Kon. Landmacht.
grote kist met 'de jongens' om hem heen.
Voortdurend werd gegokt, of 'het' echt was
of 'nep'. In plaats van de Marinebattledress
kwam de R.A.F. blauwe, met Marine uitmon
steringen, uit logistiek oogpunt gemakkelij
ker. Ondertussen waren er verliezen.
In de eerste dagen van juni was de TD heftig
in de weer alle vliegtuigen van invasie-stre
pen te voorzien...
"WIJ MOGEN NIET MISSEN
DAARBIJ TE ZIJN!"
Dat zei commandant Burgerhout op 5 juni
1944 vroeg in de ochtend. Daarna waren er
nog wat Gee-H vluchten, werden bommen-
richtkijkers uitgelijnd en de boordwapens
getest. In de avond kwam de briefing voor
een nachtoperatie. In wat onstabiel weer en
met soms matig zicht gingen twaalf beman
ningen van 320 op weg, de eerste, toen D-
Day, 6 juni 1944, nog maar 25 minuten oud
was. Zij zouden in Normandië een brug over
de Orne en Dives bombarderen. Opdracht
was dat men die duidelijk moest kunnen
zien en anders na twee runs moest terugko
men met bommen. Timing was van groot
belang. 'Much air activity in various limited
layers', had men op de briefing gezegd. Na
het passeren van de Engelse kust navigatiel-
ichten uit! Iedereen klaar voor actie! Route
ging via Calais. Zou daar de invasie begin
nen? Onderweg was er een groots schouw
spel van schepen die door hun zog te zien
waren; er waren flitsen van diverse kanten.
Dan koers naar Normandië, het weer werd
niet beter. Dakota's doemden op met para's,
vast ook in ijzige spanning. Het wolkendek
werd verfoeid. Er onderuit gekomen op zo'n
1800 voet maakten flarden en matig zicht
identificeren van het doel nagenoeg onmo-
20