gelijk. Beneden is het stil, soms ver af licht spoor. Twee runs gemaakt, daarna wegwe zen. Met teleurstelling wordt huistoe gegaan. Een schaduw van een vliegtuig flitst langs: goddank geen botsing! Voor de Engel se kust was het een drukte van jewelste. De nachtlanding met bommen, al zijn die veilig gesteld, is een secuur karwei. Bij de de briefing dringt het pas echt door: zij waren één van de eersten over Normandië! Enke len werden even beschoten. Jammer dat er geen bommen werden geworpen. Maar toch... Toen de dag voorbij was hadden de geal lieerden zo'n 11.000 sorties (operationele vluchten) gevlogen! 127 vliegtuigen gingen daarbij verloren. Meer dan 150.000 man waren aan land gekomen, hadden contact gemaakt met de vijand en eigen para's. Ca. 2500 man sneuvelden aan geallieerde zijde, meer dan 6000 werden gewond.Daar bleef het niet bij. Wij blijven nu bij 320 squadron. Een greep uit het 320-archief: In de nacht van 6 op 7 juni was het squadron in actie en wierp bommen af op een met coördinaten aangegeven plaats. In de nacht van 7 op 8 juni kregen spoorwegemplace menten nabij het invasiegebied het te verdu ren. In diezelfde nacht botsten twee Mitchel ls van 320 tegen elkaar. Bommen ontploften, er waren geen overlevenden. Een derde Mitchell overtijd, komt niet, bemanning gesneuveld. 10 juni werd onder leiding van commandant Burgerhout met 72 vliegtuigen het pantser hoofdkwartier La Caine in de vroege avond aangevallen, waardoor nagenoeg de hele staf plus bevelhebber omkwamen. Dat bombar dement werd o.m. uitgevoerd met Gee-H en bracht een zware klap toe aan de organisatie van Duitse pantser eenheden. Het vliegen over de invasievloot bleef een belevenis. Daarna volgden dag-aanvallen op pantser concentraties in de bossen van Grimbosq. Op 12 juni kwam H.M. Koningin Wilhelmi- na met Z.K.H. Prins Bernhard naar Haar 320 om onderscheidingen uit te reiken en hen wat moed in te spreken. Het bezoek werd gestoord dooreen 'maximum effort' metcdt 320 als leider van 72 vliegtuigen. Intense afweer beschadigde vele vliegtuigen, twee Mitchells van 320 gingen verloren. In de nacht van 12 op 13 juni waren 10 Mitchells van 320 weer boven Normandië. Eén ervan keerde niet terug. Aldus had 320 het druk, ook al omdat soms vijandelijke jagers zich toonden. Zo kwam een bemanning in de nacht van 13 op 14 juni met een beschadigd vliegtuig terug, nadat het door furieuze manoeuvres aan een aanval van twee Duitse jagers wist te ontkomen. Niet alleen werden individueel bombarde menten op speciale doelen uitgevoerd, ook werd samengewerkt met Mosquito's van No. TWO Group. Op het licht van lichtfakkels van een Mitchell werden Duitse bewegingen op diverse plaatsen met raketten, mitrail leurs en bommen bestookt. Tijdens zo'n vlucht ontbrandden een aantal fakkels te vroeg, zodat de waarnemer met halsbreken de toeren zich in het bommen-comparti- ment moest laten zakken om die vrij van het vliegtuig te krijgen. Ook het achterland kreeg aandacht: 20 juni wordt de leider van een box neergehaald en stort neer bij Rouaan, geen overlevenden. Nadat het squadron ook nog steeds werd ingezet om vijandelijke concentraties en communicatie centra aan te vallen, kwam op 22 juni 1944 ten 19.00 uur de aanval op de staalfabrieken van Colombelles bij Caen. Daar hadden de Duitsers zich verschanst. Hun overgave was nodig om de Britse Army bij Caen te laten uitbreken. Geleid door commandant Burgerhout werden eerst 48 Mitchells en meteen erna 24 Bostons ingezet om dicht bij eigen lijnen de fabrieken met de grond gelijk te maken. Ondanks het zwa re afweervuur werd een lange bommenrun gemaakt. Daarbij troffen 120 ton bommen in enkele minuten doel en kwamen de bezet ters uit hun schuilplaatsen, waarna de beroemde Schotse 51st Highland Division met doedelzakspelers en trommelaars voor op in de aanval ging. Niet voor niets kregen de squadrons gelukwensen van de geallieer de super-top. 24 juni werd de boxleider bij Rouaan neer gehaald, geen overlevenden. In juni 1944 had 320 squadron zo'n 345 sorties gemaakt, ondanks het slechte weer. Rond 650 ton 21

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1994 | | pagina 21