Behalve talloze Vliegerkruizen waren er twee Ridders der Militaire Willems-Orde 4e klas, twee Distinguished Service Orders, een aan tal Britse DFC's en andere buitenlandse onderscheidingen. OVERIGE NEDERLANDSE INBRENG De Nederlandse inbreng bij D-Day en de invasie bestond bovendien uit de koopvaar dij met 20 schepen, uit de kanonneerboten Hr.Ms. Floris en Soemba, waarbij op Hr.Ms. Floris het meest een beroep werd gedaan voor artilleriesteun, zeer intens in de eerste fase, zodat tot eind augustus 1944 meer dan 1.100 15cm granaten werden verschoten. Voorts was er een flotille snelle motortorpe do- en gunboten, die vooral in de beginfase actief waren. Verder werd op 9 juni 1944 Hr.Ms.kruiser Sumatra afgezonken en gebruikt als blokschip voor de Britse Mulber ry-harbour. Dan waren er enkele Nederland se vliegers bij Britse squadrons. Het Neder landse Spitfire squadron 322, dat meer dan eens 320 had geëscorteerd, had luchtverde diging van het Zuiden van Engeland als opdracht en deed daarom niet tot ieders teleurstelling aan D-Day en de invasie mee, doch joeg op Vl's. Voorts was er de Kon. Nederlandse Brigade Prinses Irene met een gevechtsgroep mari niers, die via de Mulberry harbour twee maanden na de actuele landingen aan land kwam, waarna zij het hare tot de geallieerde zaak en de bevrijding van ons land heeft bij gedragen. Men kan dan niet zeggen dat de Brigade bij D-Day was en aan de werkelijke Invasie heeft deelgenomen. CONCLUSIE Het is typerend voor onze Nederlandse instelling om vele jaren na de oorlog een Verzetsherdenkingskruis in te stellen en pas 50 jaar na de mei-dagen een veteranenbeleid te bedenken, nadat vele van de veteranen uit de Tweede Wereldoorlog er niet meer van kunnen profiteren. Het is jammer dat er van de inzet van squadron 320 zo weinig is blijven hangen. Bovenstaande toont aan dat 320 squadron met zijn conglomeraat van bemanningen in de voorste gelederen behoort te staan als er een Nederlandse inbreng bij herdenkingen van D-Day en de Invasie is. H.J.E. van der Kop Bronnen: 320 archief, eigen aantekeningen en observaties, 50 jaar 320 en 321 squadron; diverse boeken over Overlord, D-Day, Dictionary 2nd World War e.a. Over de schrijver: Commandeur vlieger bd H.J.E. van der Kop begon als adelborst voor de zeedienst op het Kon. Instituut te Soerabaja, kwam na cle aan val op Java weg, ging in 1942 in het VK in opleiding bij de Royal Air Force en werd daarna bij 320 squadron leading navigator bij de cdt 320 en maakte aldus D-Day en de invasie van Normandië van zeer nabij mee, doch ook de voorbereidende en daarna uit gevoerde opdrachten tot 1 jan. 1945. Hij vloog 78 operaties en ging in februari 1945 naar het Opkomst Centrum Luchtstrijd krachten, eerst te Eindhoven en daarna te Ypenburg, om als hoofd Commissie aanna me vliëgtuigbemanningen, enige honder den candidaten aan te nemen voor de latere KLu. Noot 1: Bemanningen bestonden uit een 'mengeling' van MLD-ers en mannen van het Wapen der Militaire Luchtvaart. In sepember 1940 kwamen 131 man van het Wapen der Militaire Luchtvaart in mari- nepak bij de MLD dienen, grotendeels bij 320 sq. Na D-Day kwam personeel van R.A.F., Britse Gemenebest en België. Noot 2: Bemanning bestond uit: vliegtuigcdt-vlieger, waarnemer, twee schutters. Bij Gee-H werd meest al een extra waarnemer meegenomen. 24

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1994 | | pagina 24