T 1 Rotatiemotor met automatische inlaatklep. verkocht aan de gebroeders Séguin in Parijs, die de motor vervolmaakten en in 1908 in de luchtvaart introduceerden. Hun Gnöme fabriek had, toen in november 1918 de Eer ste Wereldoorlog eindigde, meer dan 20.000 rotatiemotoren geproduceerd. Van Millet's bijzondere motorfiets is een exemplaar bewaard gebleven, dat te bewonderen is in het Conservatoire des Arts Métiers in Parijs. Nadat de Séguins de luchtvaart met de komst van hun 50 pk Gnöme hadden verrijkt, gin gen zij verder met het ontwikkelen van krachtiger motoren. Ook de concurentie zat niet stil en al spoedig ontstonden er nieuwe producenten, zoals Le Rhone, Clerget, Bent- ley en Oberursel. De constructie en de wer king van de rotatiemotor waren vrij eenvou dig. Benzine, olie en lucht werden via de hol le krukas het carter ingezogen en daarna via een in de zuigerbodem aangebrachte auto matische inlaatklep in de verbrandingsruim te geleid. Nadat het benzine/luchtmengsel was gecomprimeerd en door een bougie tot ontbranding gebracht, werd het afgewerkte gas door de uitlaatklep in de cilinderkop afgevoerd. Deze klep werd mechanisch bediend door een tuimelaar en een stoters tang, welke door een nokkenschijf periodiek werden gelicht. Bij dit soort motoren kon het gebeuren, dat er af en toe spontaan brandjes ontstonden, welke meestal werden veroor zaakt door een lekkende of defecte inlaat klep. In 1913 ontstond er enige deining over het al dan niet betrouwbaar zijn van de 70 pk Gnö me motor. Sommige technici trokken een bedenkelijk gezicht als de naam "Gnöme" werd genoemd. Anderen echter, trokken de betrouwbaarheid niet in twijfel. Toch was het al enkele keren voorgevallen dat een uitlaat klep er de brui aan gaf en een eigen leven ging leiden. Er waren ook gevallen bekend, waarin de klepveren zo slap waren, dat de kleppen niet naar behoren konden sluiten. Om gewicht te besparen waren de cilinders dunwandig uitgevoerd. Dit heeft er enige keren toe geleid, dat één of meer cilinders van de motor afbraken. Eén van die voorval len kostte de Franse luitenant René Bresson het leven. Door eenzelfde oorzaak viel de lui tenant Mouchard van 900 naar 200 meter. Hij kon bijtijds in glijvlucht overgaan en bleef ongedeerd. Onze landgenoot en lucht vaartpionier Henry G. van Steyn, die op 16 19 .uitlaatklep infoafklep inlaotkkp inheikJea vaste kjtfxas benzine Ivcht' nenyset

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1994 | | pagina 19