De historie van het 32nd Fighter Squadron
deel 3
De "Delta Dagger" periode.
Tijdens de laatste F-100 dagen werd begonnen met de aanpassing van de faci
liteiten voor de Convair F-102 Delta Dagger, zoals hangars, startbaan en alarm
hangar. In de tussentijd waren de piloten, overgeplaatst naar de vliegbasis
Wheelus in Libye, bezig met de training op de F-102A. Alle F-102's werden
vanuit Amerika verscheept naar Saint-Nazaire in Frankrijk. Aangekomen te
Frankrijk werden zij van de verpakking ontdaan, gespoten en naar de vliegba
sis Wheelus overgevlogen. De F-102's van het 32nd kregen de rood, wit en
blauwe staartbanden. Óp Wheelus werden alle in Europa gelegerde Ameri
kaanse Delta Dagger piloten opgeleid. De eerste Delta Daggers voor het 32nd
squadron arriveerden op 12 Augustus 1960 op Wheelus. In totaal werden er
vierentwintig piloten van het 32nd opgeleid. De opleiding werd afgerond op
17 November 1960.
Tijdens één van de trainings missies met een
TF-102A werd door de instructeur de afstand
tot de landingsbaan niet juist geschat. Het
toestel maakte een harde landing en ging
door zijn landingsgestel. Het toetsel werd pas
vele maanden later gerepareerd terug gege
ven aan het 32nd. Op 17 december 1960
landden de eerste 8 F-102's op Soesterberg
en op 19 december nog eens negen De laat
ste 3 arriveerden in januari 1961. Het
squadron was nu volledig uitgerust en kort
daarna "operational ready verklaard". Twee
vliegtuigen werden permanent op een vijf
minuten alarm gezet. Dit hield in dat zij 24
uur per dag klaar stonden om binnen vijf
minuten op te kunnen stijgen. Piloten zaten
stand-by in een nabij gelegen ruimte, de toe
stellen werden regelmatig opgestart om de
motoren warm te draaien. Deze alarm-taak
werd tezamen met Hunters van het 325
Squadron uitgevoerd. In juli 1963 stelde de
toenmalige Commandant van het 32nd,
Lt.Col G.S. Nicely, voor om de alarm taken
uit te voeren gebruikmakend van gemeen
schappelijke faciliteiten. Dit voorstel werd in
november 1963 uitgevoerd. De F-102's van
het 32nd stonden nu samen met de Hunters
van het 325 squadron in de alarm-hangar.
Regelmatig werden er een aantal vliegtuigen
van het 32nd overgebracht naar Wheelus,
alwaar getraind werd met diverse wapensyste
men. Tijdens zo'n training verbeterde het
squadron het record van het aantal succes
volle onderscheppingen van 85.12 procent
naar 90.16 procent.
Andere vermeldenswaardige punten uit
dezelfde periode waren dat het 32nd het
laagste percentage onderscheppings verlie
zen had door fouten van piloten en dat het
aantal kisten dat operationeel inzetbaar was,
was het hoogste van de hele USAFE.
In het midden van de jaren zestig werd in de
wintermaanden regelmatig gevlogen vanaf
de vliegbasis Torrejon in Spanje.
Een van de hoogtepunten van het 32nd in de
Delta Dagger-periode was het participeren in
cle World Air Defense Meet William Tell op
Tyndall AFB, Florida in het najaar van 1965.
Zes toestellen werden op 15 september over
gevlogen naar Perrin AFB, Texas voor een
training van twee weken. Aan het eind van de
meet sleepte het 32nd de eerste prijs in de
wacht voor de F-102 categorie van de meet
met een totale score van 8.782 punten uit
een maximum van 11.000 punten. Tijdens
de William Tell 1965 werd gebruik gemaakt
16