Het wrak van de Fokker C.V. '592'. Roeloffzen en Holtz kwamen hier levend uit.
daar ga je, nu is het afgelopen! Even later
dringt geluid van wegstromende vloeistof tot
me door. Ik ruik benzine en open m'n ogen.
De tank waarin nog ca. 450 liter benzine
moet zitten, blijkt zich bóven in plaats van
vóór te bevinden en stroomt over me leeg
Ik ben van boven tot onder drijfnat van de
benzine en hoor tegelijk een sterk sissend
geluid dat afkomstig blijkt te zijn van benzine
die over de gloeiend hete uitlaatpijpen
stroomt.
Dan ineens dringt het tot me door: Eruit!
Weg!! Mijn linker schoen blijkt bekneld te
zitten achter het voetenstuur, maar na enig
wringen lukt het me die vrij te krijgen. Ik
maak de riemen los en glij, met de parachute
nog aan, ondersteboven uit de cockpit op de
grond.
Ik zit vol bloed en voel overal pijn. Ik kan niet
begrijpen dat ik nog leef. Hier moet een
wonder gebeurd zijn. Dat alle bommen nog
onder het toestel zaten, ondanks de ver
schrikkelijke klap waarmee we tegen de
grond kwamen en niet ontploften vond ik
ook maar een beste meevaller.
Mijn eerste gedachte is dan: ik ben, natuur
lijk heel toevallig, in leven gebleven maar
mijn waarnemer zal wel dood zijn.
Maar ook mijn waarnemer leeft. Hij komt
van achter de wrakstukken aanstrompelen,
moest er dus blijkbaar aan een andere kant
dan ik uitkruipen. Elkaar ondersteunend
strompelen we weg. De Duitsers zagen ons
waarschijnlijk tegen de grond vliegen. We
hebben ze niet meer gezien.
Er komen Nederlandse hospitaalsoldaten
aangehold (hadden ons zien vallen). We blij
ken ca. 20 meter voor de voorste Nederland
se vuurlinie te zijn neergekomen.
Even later lig ik op een brancard. Mijn waar
nemer kon nog lopen. Er is juist een artille
riebeschieting aan de gang en daarom dra
gen ze me zolang binnen in een soort aarden
bunker. Zeker een half uur na de val lig ik
letterlijk nog naar adem te hijgen. De strijd
op leven en dood was blijkbaar erg "adembe
nemend". Tot het donker wordt blijf ik daar
liggen. Het hele geval wordt dan achter op
een vrachtauto gezet en daar gaan we in wes
telijk richting.
22