Tijdens onze nachtelijke rit over de dijk in verduisterd Nederland wordt plotseling van de overkant van de rivier de lichtbundel van een schijnwerper op onze wagen gezet. De Duitsers zijn daar al verder doorgedrongen. Een machinegeweer begint te blaffen. Maar gelukkig zijn de schoten te laag gericht. Zand van de in de wegberm inslaande kogels vliegt ons om de oren. Direct daarna houdt de beschieting ineens op en de schijnwerper wordt gedoofd. Ook dat liep weergoed af. Zo sukkelen we langzaam verder. Na een ver voer van dertien uren, na zeven keer te zijn overgeladen op een ander vervoermiddel, het ene nog slechter dan het andere, komen we de volgende morgen om negen uur half geradbraakt maar doodgelukkig in Amster dam in het ziekenhuis aan. Later bleek dat Bakx, zodra hij de aanvallen de Duitse jagers zag, meteen rechtsomkeerd gemaakt had en veilig geland was op Noord- wijkerhout, met de boodschap: de rest kun je wel vergeten, die zien we niet meer terug! Het toestel van Tonnie van Liempt moest noodlanden. Zijn waarnemer werd gevangen genomen. Tonnie zelf werd door dronken Duitse stoottroepen ter plaatse doodgescho ten. Hij ligt begraven op de Grebbeberg. Het bovenstaande werd geschreven in juni 1940. Tijdens en na de oorlog vernam ik nog zoveel interesssante bijzonderheden, (o.a. van mijn waarnemer, van collega's en oogge tuigen) en ik kreeg zelfs foto's van mijn ver ongelukte machine door een Nederlands militair na de capitulatie genomen, dat er reden was voor het volgende naschrift. TWEE KOGELGATEN IN EEN HELM Het vóór de boerderij gelegen veldje, waarin we met onze kist ondersteboven terecht kwa men, bleek geheel bezaaid te hebben gele gen met landmijnen...! We waren inderdaad vlak vóór de Hollandse voorposten neerge komen. Dit pikante bijzonderheidje werd mij verteld toen ik, na de oorlog, in Opheusden een bezoek bracht aan de plek des onheils. Deze vond ik na veel zoeken en navragen en trof daar een landarbeider aan het werk, die mij vertelde, dat op die plaats op de le Pink sterdag 1940 tegen de avond een vliegtuig was neergestort, dat het boerderijtje in de latere oorlogsjaren in brand was geschoten en dat hij nog jarenlang een leren valhelm had bewaard, afkomstig van dit vliegtuig. Zo kwam ik eindelijk aan de verklaring, waarom mijn waarnemer een volkomen raadselachti ge wond, als van een schampschot, boven op zijn hoofd had opgelopen. Want, zo vertelde de boer, in die valhelm zaten twee gaten, alsof er van achteren naar voren dwars doorheen was geschoten. Ik had geen valhelm gedragen omdat ik een hekel had aan die ongemakkelijke dingen, maar mijn waarnemer wel. De Duitse jacht- vlieger had dus bijna raak geschoten! Wat een bof, dat mijn waarnemer een hoofd gro ter was dan ik, en niet omgekeerd... Na lang piekeren ben ik er ook achtergeko men waarom ons toestel zo ontzettend bleef doorzetten in zijn duik en dus niet snel genoeg weer vlak te krijgen was. Dat kwam namelijk omdat wij nog nooit loodrechte duikvluchten hadden gemaakt met een vol- toeren draaiende motor en met zoveel extra gewicht aan boord als bommenrekken met bommen, mitrailleurs en geheel met patro nen gevulde mitrailleurtrommels, tanks nog nagenoeg vol benzine, bommenrichtappara- tuur, enzovoort. Mijn waarnemer vertelde mij later nog, dat het vliegtuig -nadat het met zijn neus in de dijk vloog- wel dertig meter omhoog gesme ten en toen ondersteboven in het bouwland- je met de landmijnen was gesmakt. Wij waren niet "een eind verder" maar vlak achter de dijk neergekomen. De kist is, blijkens de foto's, ook niet in elkaar geschoven, maar de romp -die goeie, oersterke Fokkerromp- heeft de klap prachtig doorstaan. Al was van de trouwe Fokker dan niet veel meer over dan een hoop oud ijzer. Hoe hard de klap geweest is, waarmee we de dijk i aakten, moge blijken uit het feit dat de veiligheidsriemen (loopingsbanden), waar mee wij vastgebonden plachten te zitten, de huid van mijn schouders letterlijk wegge scheurd hadden, zodat de vellen erbij hin gen, hoewel ik een dikke leren jas droeg. Zonder die riemen was mijn hoofd zeker tegen het instrumentenbord te pletter gesla gen. Nu was het alleen nog maar wat bescha- 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1995 | | pagina 23