vlooteenheden met boordvliegtuigen nog
200 vliegtuigen van bases in Queensland
tegen zich te krijgen. Daarom werden de car
riers ZUIKAKU en SHOKAKU met twee zwa
re kruisers en escorte ingezet om naar de
Koraalzee te gaan, daar vijandelijke schepen
tot zinken te brengen en dan bases in N.O.
Australië aan te vallen. Behalve 125 vliegtui
gen van beide carriers, plus de 25 van de
SHOHO waren er in de Bismarck archipel
nog 160 wal gebaseerde vliegtuigen ter
beschikking.
De geallieerde vliegtuigen op walbases had
den een lage operationele gereedheid en
communicatie met de schepen was er eigen
lijk niet.
Toen de Japanse intenties duidelijk werden,
werden de carriers LEXINGTON en YORK-
TOWN ingezet met 8 kruisers (w.o. 2 Austra
liërs), 13 jagers en een vliegtuigmoederschip
o.l.v schout-bij-nacht Fletcher. Op 3 mei was
deze Task Force op 400 mijl van Guadacanal
in de Koraalzee, toen vliegtuigen de landin
gen zagen bij Tulagi. Met hoge vaart werd
richting Tulagi gevaren om de volgende och
tend ieder vijandelijk schip aan te vallen.
Tegen die tijd hadden de ondersteunende
Japanse schepen Tulagi echter verlaten en
zich bij de invasiegroep van Port Moresby
gevoegd. Op 5 mei kwamen de schepen bij
elkaar en in de nacht kwamen ZUIKAKU en
SHOKAKU in de Koraalzee.
De 6e mei zochten de Amerikanen naar de
vijand en werd er bevoorraad. De volgende
ochtend stuurde schout-bij-nacht Fletcher
kruisers uit naar de Jomard passage. Niets
werd gezien, wel werden de schepen door
eigen wal gebaseerde vliegtuigen aangeval
len, zonder dat schade werd opgelopen.
De Japanse bevelhebber admiraal Takagi
had echter via verkenningen en radioberich
ten begrepen dat er Amerikaanse carriers
waren en had de invasiemacht opdracht
gegeven voorlopig om te draaien.
Op het moment dat de kruisers zich van
Fletcher afscheidden, verkende één van zijn
verkenners de Japanse ondersteunings
groep. Het bericht werd fout gedecodeerd,
er zouden een paar vliegkampschepen
gezien zijn. Meteen werden 91 vliegtuigen op
een 'strike' gestuurd, die door puur geluk de
SHOHO ontdekten en die meteen tot zin
ken brachten.
Nog steeds niet wetend waar de Japanse car
riers waren, besloot Fletcher richting Port
Moresby te gaan en de verkenning 's nachts
in handen te geven van wal-vliegtuigen. Maar
hij veranderde dat plan, omdat er ineens
Japanse boordvliegtuigen, na donker, poog
den op de YORKTOWN te landen. Dan zou
de vijand dichtbij kunnen zijn. Eerst werd
een nachtactie verwacht, maar het was beter
tot de ochtend te wachten.
Nachtvliegen op carriers was er in die tijd
eigenlijk niet bij.
Vroeg op 8 mei werd ongeveer tegelijkertijd
van beide zijden een 'strike' afgevlogen.
Toen de Amerikaanse torpedovliegtuigen en
duikbommenwerpers bij de Japanse carriers
kwamen, konden zij door regenbuien alleen
de SHOKAKU zien en vielen die aan. De tor
pedo aanval liep op niets uit. Vele torpedo's
misten en die raak waren, ontploften niet,
toen een nachtmerrie voor de vliegers. De
duikbommenwerpers wisten echter het vlieg-
dek van het schip onklaar te maken, waar
door het onbruikbaar werd, zeker toen vlieg
tuigen van de LEXINGTON ook nog een
treffer boekten. Op dezelfde tijd werden de
Amerikaanse carriers aangevallen. De YORK
TOWN kon door furieuze koersveranderin
gen torpedo's ontwijken; één bom trof doel,
maar het schip bleef geheel operationeel. De
LEXINGTON was echter door twee torpe
do's en drie bommen getroffen, vloog in
brand en kreeg een zorgelijke slagzij. De
scheepsbeveiliging wist het schip weer zo ver
te krijgen dat het vliegbedrijf weer aan het
werk kon. Enige uren later hadden er plotse
ling grote explosies plaats; benzinedampen
uit lekkende tanks waren ontploft. Tegen cle
avond ging de LEXINGTON naar cle bodem
van de zee. Daarna trokken de eskaders zich
terug. Ieder zijde verloor ca. 72 vliegtuigen.
De invasie van Port Moresby werd echter
afgelast. Strategisch was de Slag in de Koraal
zee daarom een succes voor de USNavy, uit
een materieelsoogpunt was het een verlies.
Vele lessen vielen te leren. De eerste zeeslag
tussen carriers was gestreden. Het zou daar
bij niet blijven!
14