Deklanding van een 860 Squadron Barracuda aan boord van de HMS Nairana, oktober 1945. operationele boordsquadrons van de Royal Navy (5). Zij verwierven aldus een schat aan oorlogservaring op diverse strijdtonelen. Het lag in de bedoeling, dat zij na beëindiging van de oorlog in Europa samen met de 860- bemanning de personeelskern zouden vor men voor de nieuw te formeren boord squadrons van de MLD. DE OVERSCHAKELING OP DE BARRACUDA Gezien de innige samenwerking, die de Koninklijke marine gedurende W02 met de Royal Navy had weten te bewerkstelligen, lag het voor de hand dat ook bij de vorming en uitrusting van de nieuwe boordsquadrons zoveel mogelijk op Britse hulp werd gere kend. Omdat het in de bedoeling lag, dat het Nederlands eskader met de Royal Navy in het Paciflc-gebied zou opereren, was standaardi sering van de vliegtuiguitrusting op Brits materieel een vanzelfsprekend gevolg. Voor de uitvoering van de Torpedo-Bombing- Reconnaissance (TBR)-taak vanaf hun Fleet- en Light Aircraft Carriers beschikten de Brit ten toendertijd over de Fairey Barracuda. Op grond van bovengenoemde overwegingen besloot de marinestaf het 860 Squadron als eerste boordeenheid met dit vliegtuigtype uit te rusten. De Barracuda was, in tegenstelling tot voor gaande fraai uitgelijnde Fairey-vliegtuigty- pen zoals de Battle en de Fulmar, een weinig aantrekkelijk uitziende torpedobommenwer per. Het toestel verkreeg al snel bij de Fleet Air Arm de bijnaam van "mighty metal mon ster" (6). Het ontwerp dateerde uit 1937, maar talloze wijzigingen en kinderziekten, welke Fairey tijdens de lange ontwikkelings periode van dit type had te verwerken, waren oorzaak dat de Barracuda pas begin 1943 de operationele status bereikte. Successievelijk werden daarna in totaal twintig eerste-lijns squadrons in de Fleet Air Arm met dit vlieg tuigtype uitgerust (7). Ingevolge de oor spronkelijk opgestelde plannen zou No. 860 25

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1995 | | pagina 25