Crash van een 860 Squadron Barracuda te Ayr, waarschijnlijk september 1945.
toestellen van het verbeterde Mk.III type,
welke over een Britse Air-to-surface vessel
(ASV) Mk.X radaruitrusting beschikten.
Deze in een koepel onder de staart onderge
brachte zoekradar maakte deze versie bijzon
der geschikt voor het uitvoeren van anti-
onderzeebootverkenningsoperaties. helaas
was een tekort aan reservedelen oorzaak, dat
de vlieggereedheid van het squadron op
RNAS Maydown gedurende de juli-maand
slechts 26% bedroeg.
Begin september 1945 verhuisde het
squadron van Noord-Ierland naar Schotland,
waar nu RNAS Ayr de nieuwe basis werd. For-
matievliegen, anti-sub bommenwerpoefenin-
gen, navigatieoefeningen en vooral het uit
voeren van droge deklandingen vormden de
hoofdschotel van een intensief opwerkpro-
gramma. Alle Barracuda's, uitgezonderd de
serials ME230 en ME236, werden die maand
voorzien van RATOG en gemodificeerd voor
het duikbombardement.
Op 30 oktober 1945 werden acht vliegtuigbe
manningen met hun Barracuda's inge
scheept aan boord van het escorte-vlieg
kampschip HMS "Nairana". Nu moest blij
ken, dat de vele eerder uitgevoerde addl's
inderdaad hun nut hadden opgebracht. De
vliegers bewezen hun "proficiency" in het
deklanden, hoewel OVL2 H.H. Vader door
breuk in de remkabel met zijn Barracuda in
de barrier landde en zo ook nog de nodige
schade aan een tweede Barracuda aanricht
te.
Na afloop van deze korte embarkatie aan
boord van de "Nairana" vloog het squadron
medio november naar zijn nieuwe basis
RNAS Fearn, eveneens in Schotland. Vanaf
dit vliegkamp werden de oefenactiviteiten
voortgezet, zij het op een iets bescheidener
schaal dan in de voorgaande maanden het
geval was geweest. Hierbij ging op 6 decem
ber de ME131 tijdens het "addelen" onderuit
en kon vanwege de opgelopen schade
meteen worden afgevoerd. In afwachting van
de nieuwe Fairey Firefly Mk.I vliegtuigen, die
voor 860 waren bestemd, stonden de verdere
vliegactiviteiten daarna op een laag pitje. Op
28