Nieuw-Guinea expeditie Max Ammer 1994
Wilt ii nog eens Uw oude spullen nalopen
Financieel ziet het er hoopvol uit. Als sponsors hebben zich tot nu toe gemeld:
Stichting VSB Fonds
Stichting Prins Bernhard Fonds
Urenco Nederland B.V.
McDonnell-Douglas Aircraft Company
Van den Berch van Heemstede Stichting
Netherlands Aerospace Group
in volgorde van bijdragen.
Met nog enkele gegadigden zijn we in bespreking. We zouden de lijst graag nog wat langer
willen zien.
Tenslotte kan nog vermeld worden, dat er vanuit Engeland aanbiedingen zijn gedaan van
onderdelen uit bijvoorbeeld het Hawker Hart vlieguig, dat met dezelfde motor heeft gevlo
gen.
Dop.
WILDE VERHALEN
In het najaar van 1992 liep Max Ammer het
Militaire Luchtvaart Museum binnen. Zijn
naam was genoemd als een man die verschil
lende vliegtuigen uit de Tweede Wereldoor
log in Irian Jaya (Nieuw-Guinea) zou weten
te liggen. Hij had die toestellen tijdens reizen
door Nieuw-Guinea in de jungle gevonden.
Nu doen dit soort wilde verhalen over vlieg
tuigen in Rusland, Polen en Azië wel vaker de
ronde en meestal is er weinig van waar. Maar
dit maal werd al snel duidelijk dat het verhaal
van Max Ammer wel degelijk serieus was.
Foto's van Amerikaanse P-38 Lightnings, C-
47 Dakota's, Japanse Oscar-jagers, verlaten
vliegvelden en dumps met militair materieel
waren voldoende bewijs.
Max bood aan voor het museum op zoek te
gaan naar een goede Japanse of Amerikaanse
jager en deze te bergen. Het idee sprak de
directie van het museum wel aan, maar men
zou eigenlijk liever een toestel opsporen dat
met de geschiedenis van de Nederlandse
militaire luchtvaart in Indië te maken had.
Een belangrijk toestel dat nog ontbrak in de
collectie van het museum was de Curtiss P-
40N Kittyhawk, een Amerikaans jachtvlieg
tuig dat in gebruik was geweest bij het 120e
Squadron ML-KNIL in Australië en Nieuw-
Guinea. In overleg met de Stichting Vrien
den van het MLM werd besloten Max te
ondersteunen bij een zoektocht naar een
Nederlandse P-4Ö.
120 SQUADRON ML-KNIL
Na de val van Nederlands-Indië door de
Japanse invasie werd in Amerika begonnen
met het opleiden van vliegers voor nieuwe
squadrons van de Militaire Luchtvaart van
het KNIL. Uiteindelijk werden twee squa
drons geformeerd, het 18e, dat met B-25
Mitchell bommenwerpers vloog, en het 120e,
dat met Curtiss P-40N Kittyhawks was uitge
rust.
Het 120e Squadron werd pas in december
1943 opgericht onder commando van
Majoor H.A. Maurenbrecher. De eerste
maanden van 1944 was het squadron in
Noord-West Australië gestationeerd om dit
kustgedeelte te beschermen tegen een plot-
4