De historie van het 32nd Fighter Squadron deel 4 DE "PHANTOM" PERIODE. De laatste Delta Daggers verlieten Soester- berg op 3 juli 1969 en werden overgevlogen naar Bangors ANGB in Maine. De squadron benaming was op 1 juli 1969 al gewijzigd in 32nd Tactical Fighter Squadron en sinds 1 november 1968 viel het squadron direct onder het commando van de 17de Lucht macht (I7th AF). De eerste twee McDonnell-Douglas F-4E Phantom II's van het 32st (registratienum mers 80401 en 80405) arriveerden pas op 6 Augustus 1969. Het 32st was daardoor gedu rende meer dan een maand zonder vliegtui gen. De F-4's waren in die tijd alléén voor zien van standaard camouflage met een klein zwart serial nummer. Binnen enkele weken volgden de overige vliegtuigen. Op 3 novem ber arriveerden de laatste twee. Het eerste ongeluk met de F-4E gebeurde op 14 november 1969. Tijdens een navigatie- trainings missie crashte de 80422 vlak voor de landingsbaan op de vliegbasis Aviano in Italië. Gelukkig konden de beide vliegers, major John Rabeni en major Donald Bowie het toestel met cle schietstoel verlaten. In 1970 werden de vliegtuigen van het squadron voorzien van de bekende "CR" staartcode. De staartcodes werden reeds gebruikt tijdens de oorlog in Vietnam. Men had op gecamoufleerde vliegtuigen een dui delijk kenmerk noclig om de squadrons te kunnen identificeren. Voor de Amerikaanse luchtmacht in Europa werd in 1970 tot de volgende methode besloten: de eerste letter was de basis aanduiding (b.v. "B" was Bit burg), de tweede letter voor Tiet eerste squadron binnen een Wing' een "R", voor 'het tweede squadron' een "S", enz. Voor Soesterberg zou de staarcode eigenlijk "SR" moeten worden, doch de code "SR" was al in gebruik bij het 62st Tactical Airlift Squadron op de vliegbasis Stewart in Tennessee. "CR" werd gekozen, omdat het Amerikaanse gedeelte van Soesterberg "Camp New Amsterdam" heette. In 1970 werd ook voor het eerst de geluid demper toegepast tijdens het proefdraaien van de motoren van de Phantom. Dit scheel de de omwonenden aanzienlijk aan geluids overlast. Een andere mijlpaal voor het squadron was de uitreiking van een speciaal vaandel, welke in november 1974 door Z.K.H. Prins Bern- hard werd overhandigd ter gelegenheid van de 20-jarige aanwezigheid van 32st Squadron in Nederland. Dit vaandel was een onder scheiding uit erkentelijkheid voor de bijdra ge van het 32st aan de verdediging van het Nederlandse luchtruim gedurende de afge lopen twintig jaar. Met het verkrijgen van dit vaandel werd het 32st het eerste- en enige Amerikaanse squadron met een hoge buiten landse onderscheiding. Op 21 juni 1971 verongelukte captain Ted G. Sweeting en captain David B. Rice in de CR 68433 nabij Maurik. Schrijver dezes herin nert zich nog, dat hij tesamen met twee vrienden naar de plek des onheils is gereden en de wrakstukken heeft zien liggen. In 1974 won het squadron haar derde Loadeo, de eerste met de F-4E. Tijdens een Loadeo is het de bedoeling een vliegtuig in een zo kort mogelijke tijd te voorzien van alle bewapening. Op 31 oktober 1974 ontving het squadron haar eerste vernieuwde en verbeterde Phan tom II. De verbeteringen bestonden onder andere uit een neus-cannon uitgerust met een vuurdemper, leading-edge slats (ver schuifbare panelen vooraan de vleugel voor verbeterde manoeuvreerbaarheid) en inge bouwde TISEO Target and Identification System Electro-Optical) In September 1975 crashte wederom een F-4 van het 32st, direct na de start op de Duitse luchtmachtbasis Witmundhaven. Beide vlie gers konden zich met de schietstoel in veilig heid brengen. 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1995 | | pagina 9