Deklanding op een weiland bewondering oogstte. Om 16.50 uur begon de eigenlijke vlucht. Het was stralend weer en daar er op ca. 1000 ft. (300 meter) werd gevlogen, was er prima grondzicht. De vlucht ging via de Vinkeveen- se Plassen - Hilversum - Laren - Almere - Mar ken - Amsterdam terug naar Schiphol. Petra genoot van het uitzicht en herkende diverse plekjes vanuit de lucht. Zij vond het een hele belevenis. Bij aankomst op Schiphol ontving zij een z.g. "vluchtcertificaat", waarop vermeld stond, dat zij met de DDA had gevlogen. Namens de DDA mocht zij in de promotiestand een her innering aan deze vlucht uitzoeken. Zij koos voor een DDA-speld voor haar en haar vriend, die voorzover hij daartoe in staat was, alles op video vastlegde. Na het gebruikelijke "landingsdrankje" in de crewroom ging een ieder voldaan huiswaarts. HdJ Een verhaal uit de goede oude Ja.V.A.-tijd Er was eens een luchtverdedigingsoefening, deze keer in Groningen, de Jacht Vliegtuig Afdeling, die toen al verwaand Jaclitgroep werd genoemd, was uitge nodigd om haar verdedigende taak, die uit aanvallen bestond, uit te voeren. Tevens zou er daarna wat escadrille gevlogen worden boven een paar steden in Noord-Nederland. Voor het eerst hoefden we niet naar de Strategische Ver ken nings-Vli eg tuig Afdeling te gaan om toestellen te lenen, want op de een of andere manier hadden we zes D.XVTs vliegklaar. Ik weet niet precies hoeveel D.XVTs er totaal afgeleverd zijn, maar de serie begon met de 275 en ging zeker niet hoger clan 289. Bovendien was het sterftecijfer van het toestel nogal hoog gebleken in de begintijd. Speelse jongelui hadden er ailerons afgedo- ken, waren in vlakke vrilles en vervolgens in dennenbossen geraakt, hadden landingslichten meegenomen op Waalhaven, te laag en te 'slow geroll'd' op Gilze en Soesterberg, kortom de D.XVI had niet zo'n beste naam. Volkomen ten onrechte overigens, want de sterke verhalen van: 'Hij klapt weg in cle lan ding', en 'maakt een halve tonneau als je hem hard doortrekt' waren meestal ontstaan bij de casino-borrel. VLIEGBEREIK IN DE OLIE Wat de Java'nen in het begin wel uitgespro ken verveelde was het feit, dat de motoren alsmaar vastliepen. Daarom werden de zui gers iets kleiner gemaakt, zodat ze wat meer ruimte hadden als het een beetje warm toe ging in en buiten de cylinders. Het oliever- bruik steeg daardoor van twee liter per uur tot tien en men kreeg toen het vreemde geval, vermoedelijk enig in de historie van de luchtvaart, dat de vluchtduur bepaald werd door de olie- en niet door de benzinevoor raad. We konden n.l. gemiddeld anderhalf uur vliegen op onze olie tegen drie uur op cle benzine. We hadden strenge orders om zod ra oliedruk en temperatuur resp. begonnen af en op te lopen, onmiddellijk te noodlan- den teneinde cle motor niet helemaal vast te laten draaien. We hadden er toch al zo ont zettend weinig. Dat er bij clie noodlanding een kist van 40 mille geriskeerd werd, daar wercl minder op gelet, want aan de motorloze D.XVI air-frames zouden we toch niets meer hebben, omdat er geen Jaguars meer over 10

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1995 | | pagina 10