In 1917 nam de Marine Luchtvaart Dienst de Martin S in dienst. Een voorbeeld van een toestel met een centrale drijver. nen tot zinken gebracht, de andere drie wer den bij de Carolinen na het einde van de vij andelijkheden aangetroffen. Het gereedma ken van het vliegtuig en het weer aan boord nemen daarvan nam een kwartier of meestal langer in beslag en maakte de onderzeeboot zeer kwetsbaar, derhalve het in zee laten lan den van de Seiran's. Aldus is de ontwikkeling tot staan gekomen. Een groot deel van de onderzeeboten met een verkenner aan boord werden bevoorradingsschip of deed mee aan gebruikelijke patrouilles, waarvoor zij eigenlijk niet helemaal geschikt waren. Ook de Franse Marine had een onderzee boot met vliegtuig, n.l. de SLfRCOUF, die eigenlijk nooit met zijn vliegtuig in actie is geweest. Ofschoon er sterkere vliegtuigmotoren beschikbaar kwamen, bleef het opereren vanaf oppervlakteschepen met een drijver vliegtuig een groot risico, dat nog toenam als de vijand in de buurt was. Daarnaast waren vliegtuigen met hun benzine aan boord voor schepen uiterst gevaarlijke brandhaarden. Daarom werd het doctrine de vliegtuigen bij naderend gevaar te lanceren of zelfs in zee te zetten. In de eerste jaren van de Tweede Wereldoor log speelden de drijvervliegtuigen aan boord van de grotere schepen nog een beduidende rol, vooral als verkenners. Japan had zo'n 300 van die toestellen op de eerste lijn. Zij werden ingezet in de strijd in Oost Azië, zij waren 27 februari 1942 in dejavazee om de Japanse vloot op de hoogte te brengen van de bewegingen van de geallieerde vloot onder commando van schout-bij-nacht Karei Doorman. Ook vormden zij de voornaamste verkenners van de Japanse Marine in de Slag bij Midway, waarbij van Japanse zijde zo'n 100 drijver vliegtuigen op diverse schepen waren inge scheept. Bij de Slag bij Savo Eiland (Gua- dacanal) in augustus 1942 hadden Japanse kruisers 's nachts hun vliegtuigen gelanceerd om lichtfakkels boven de geallieerde vloot af 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1995 | | pagina 17