vliegtuig aan boord te opereren, zij het dat dat niet continu het geval was. In ieder geval hadden deze schepen geen vliegtuig aan boord toen de Japanse opmars naar Ned. Indie begon. De kruiser Hi .Ms. De Ruyter was in 1936 het eerste Nederlandse oorlogsschip, dat uitge rust was met een katapult. Aan boord kon den twee Fokker C.XIW's worden meegeno men, die vnl. als verkenner dienst deden. Die waren na het uitbreken van de vijandelijkhe den ontscheept, gezien de e.g. risico's. Tenslotte had de MLD de Fokker T.V1IIW in Nederland juist in dienst genomen, toen de oorlog in Europa uitbrak. Dat was een 2- motorige torpedo-bommenwerper op drij vers, waarvan acht, na in de mei-dagen 1940 uit Nederland te zijn weggekomen, een aan tal maanden bij 320 squadron van de MLD onder R.A.F. commando dienst deed. Het was met een T.VIIIW dat medio october 1940 officier vlieger Schaper met zijn bemanning naar het Tjeukemeer vloog om daar verzets mensen op te halen, een operatie, die echter verraden was, zodat Schaper met grote moei te onder mitrailleurvuur nog juist kon weg komen. Wat betreft lesvliegtuigen kreeg de MLD ook een aantal Fokker drijvervliegtui gen, waaraan in Ned. Indië in 1940 nog de Ryan werd toegevoegd met uitwisselbare drij vers en wielen. Tevoren werden de risico's met het vliegen van drijvervliegtuigen reeds gemeld: schade bij het buitenboord zetten en weer aan boord brengen. Dan was er een risico bij het lanceren met een katapult, vooral als die met buskruit het vliegtuig weg schoot. Buskruit gaf geen constante energie, zodat het kon gebeuren, dat het schot zo hard uitviel, dat de slee met buskruit, waarop het vliegtuig stond, uiteen klapte en daarbij ook vliegtuig en vlieger meesleepte. Anders- zijds, bij onvoldoende lading, liepen vliegers een nat pak op. Dan was er de toestand van de zee. In dat opzicht werd erg veel van de vaardigheid van de vlieger gevraagd. Was het bij een vliegboot nog mogelijk met zijwind te starten, of zelfs een cirkelstart te maken, het drijvervliegtuig was daarvoor veel gevoeliger, zeker als er deining of golfslag was. Kwam daarbij een drijver uit het water dan was er kans dat het vliegtuig onhoudbaar werd en kon omslaan. Deze situatie deed zich soms ook voor bij een vliegtuig met centrale drijver en zijdrijvers, zoals de USNavy Seagull en Kingfisher e.a. en de Zero en andere gelijksoortige Japanse vliegtuigen. Kwam van dit type vliegtuig een zijdrijver te lang in een golf en de andere niet, dan kon het om zijn verticale as worden gedraaid (groundloop). Vergeleken met twee-drijver toestellen bleven zij echter veel zeewaardiger. In het gegeven bestek is het niet mogelijk om dieper op deze interessante tijd van de lucht vaart in te gaan. Toch vliegen drijvervliegtui gen nog steeds, zeker in Canada en de Ver enigde Staten, waar zij als transportvliegtuig dienst doen, of... als hobby worden vertroe teld. Het drijvervliegtuig heeft aan boord van gro te en kleinere oorlogschepen in de helicop ter een waardige opvolger gekregen. Die is met zijn grote verscheidenheid van taken, met zijn mogelijkheid om in de ongunstigste weersomstandigheden dag en nacht te ope reren, bij een moderne marine niet meer weg te denken. Van der Kop, juni '95 Bronnen: World Floatplanes, Duval, 1977, Bradford Barton Ltd; Britsh floatplanes, Duval, 1976, Bradford Barton Ltd, London; Japanese Aicraft of WWII, Collier, 1979, Mayflo wer Books Inc., New York; History of Aviation, Taylor and Munson, 1975, New English Library, London; Submarine with wings, Treadwell, 1985, Conway, London; 70 jaar MLD, Geldhof, 1987, Eisma, Leeuwarden; Pacific War, Costello, 1981, Collins, London, New York; Japanese Aircraft of the Pacific War, Francillion, 1987, Putnam, London; USNavy Aircraft since 1911. Swanborough, Bowers, 1976, Putnam, London: British Naval Aircraft since 1912, Thetford, 1977, Putnam, London. Conway's Fightings ships 1922-1946, Gadiner Chesneau, Conway London. 19

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1995 | | pagina 19