toestel hoorde de bemanning zeer kort daar na ook andere ontploffingen: voorraden benzine en munitie explodeerden, vliegtui gen stonden in brand. En reeds doken twee andere "Zero's" op nabijgelegen vliegkamp schepen. Vanaf de andere schepen werd met luchtdoelgeschut het vuur geopend. De bei de toestellen werden getroffen en vielen niet ver van hun doelen in zee. De vierde Japan ner was niet met de anderen naar beneden gedoken. Vanaf de schepen zag men hem hoog aan de hemel rondkruisen, alsof hij zich eerst van de resultaten van zijn kamera den wilde overtuigen. Mogelijk aarzelde hij. De luchtafweer vuurde, en met succes. Een sliert zwarte rook werd achter het toestel zichtbaar. Dan besloot ook hij tot actie over te gaan en stortte zich op het vliegkampschip "Suwannee" (CVE 27). De luchtverdediging kon hem niet meer tegenhouden. Op alle schepen hoorde men de inslag en zag men vlammen en zwarte rook. Met de bom had ook hij zich op zijn doel geworpen en vond in de explosie zijn einde. Een tweede gelijksoortige aanval, nu door zes vliegtuigen uitgevoerd, vond diezelfde ochtend tegen elf uur plaats. Twee aanvallers werden tijdens de duikvlucht door luchtdoel geschut geraakt en vielen in zee, een ander explodeerde naast het vliegdek van het door hem gekozen schip. Drie aanvallende toestel len bereikten hun doel. De "Saint Lo" (C^VE 63), een vliegkampschip, werd tot zinken gebracht. Binnen een half uur was het in de golven verdwenen. Hierbij kwamen 100 Amerikaanse zeelieden om het leven. Een andere carrier werd beschadigd. De volgende dag, 26 oktober 1944, werd de Amerikaanse oorlogsvloot in de Golf van Leyte wederom door een half dozijn van deze "suïcide-planes" aangevallen. Vlak boven het wolkendek kwamen de toestellen aangevlogen en een aantal hiervan bleven als roofvogels boven het gebied rondcirkelen. Bij de aanvallen op 25 en 26 oktober werden vier vliegdekschepen zwaar, één minder zwaar beschadigd en één tot zinken gebracht. Veel Amerikaanse zeelieden kwamen om of werden gewond. Aan boord van de zwaar beschadigde "Suwannee" telde men 85 doden, 58 vermisten en 92 gewonden. Twin tig Japanse vliegers hadden voor dit resultaat vrijwillig hun leven geofferd. ONTSTAAN EN ONTWIKKELING VAN HET KAMIKAZE-BEGINSEL In de 13e eeuw besloot de Mongoolse verove raar Kublai Khan, die over een groot deel van het Aziatische vasteland heerste, Japan te veroveren. Goed voorbereid, met een vloot van ongeveer 3500 schepen en 100.000 krij gers, werd de overtocht ondernomen. Zwaar bewapende ridders stonden aan de Japanse kust de vloot op te wachten, terwijl de bevol king zich voor gebed in de tempeis verzamel de. Het onverwachte gebeurde. Langs de kust stak een wervelstorm op van een ongekende hevigheid. Op 14 augustus 1281 werd de vloot van Kublai Khan door deze storm geheel uiteen geslagen en veel schepen ver dwenen in de diepte. De Mongolen, die deze ramp overleefden, werden gevangen geno men; hun lot was om als slaaf verder door het leven te gaan. Door openlijk ingrijpen had de Hemel het Japanse Rijk gered. Keizer Komai gelastte het volk: "Knielt neer en zegt dank aan de Goddelijke Wind, die de vloot van de Tartaren heeft vernietigd". Reeds vóór de Tweede Wereldoorlog besloot het Japanse Opperbevel vliegers te werven, die bereid waren hun leven te offeren door zich met vliegtuig en bom op een vijandelijk doel te storten. Men gaf deze groep vrijwilligers de naam "Kamikaze" (d.i. "Goddelijke Wind"). Men hoopte, dat zij in staat zouden zijn een tegen stander uit te schakelen, zoals dit indertijd gebeurde door de wervelstorm van de Voor zienigheid. Deze methode was volgens Japan se leiders echter niet geheel in overeenstem ming met de in de "Bushido" vastgelegde nationale grondbeginselen van de ridderlijk heid, waarin bepaalde gebruiken als "Seppu- ku" (zelfmoord, bij ons bekend als "Haraki ri") eervol was of in bepaalde gevallen een voorgeschreven plicht. De "Bushido" (feitelijke betekenis: de weg) is een oude Japanse krijgscode. 21

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1995 | | pagina 21