vlieger J.W. de Bruin Kops tijdens zijn trai ning een ongeval met een Mosquito gehad. Net als in het geval van sergeant Koster speel de het krachtige draaimoment van de beide 1450-paards Rolls-Royce motoren ook hem tijdens de start danig parten. De Bruin Kops dook met zijn toestel eveneens in een rij geparkeerde Mosquito's en veroorzaakte daarbij de nodige schade, zonder - gelukkig! -zelf enig letsel hierbij op te lopen. Ten slotte nog een enkel woord aangaande de Mosquito-vliegtuigen, die in het kader van het "Target One "-programma door het Ver enigd Koninkrijk uit overtollige R.A.F.-voor- raden aan de Staat der Nederlanden zouden worden geleverd. Het betrof hier een leve rantie van in totaal 38 complete Mosquito L.B.Mk.VI lichte bommenwerpers, inclusief 30 reservemotoren en voldoende reserve de len voor driejaar operationeel vliegen. Acht tien van deze toestellen zouden worden inge deeld in een operationeel trainingssquadron van de LSK. Medio 1946 besloot de Neder landse regering evenwel af te zien van deze aanschaf (23). Desondanks heeft de LSK direct na de bevrijding de beschikking gehad over tenminste één Mosquito, ofschoon dit toestel niet in vliegwaardige conditie ver keerde. Het betrof hier een B.Mk.XVI bom menwerper met registratie MM 133, die in 1947 op de vliegbasis Twenthe verscheen en voor instructiedoeleinden ten behoeve van het grondpersoneel werd bestemd (24). Naderhand verhuisde deze sleutelkist naar de LETS op Deelen. Over het verdere lot van de MM 133 is niets bekend. De tweede sleu telkist die in Nederland een tijdelijke huis vesting ontving, was de F.B.Mk.VI met R.A.F.- registratie TA 122. in 1951 werden romp en vleugel, afkomstig van de vliegbasis Wel schap, opgenomen in de vliegtuigcollectie van de TU Delft, Afdeling Lucht- en Ruimte vaarttechniek. De vleugel werd daar vakkun dig gesloopt, de romp verdween echter in 1968 via de KLu richting Engeland (25). Nico Geldhof Noten: 1. De twee andere Mitchell-squadrons No. 98 en No. 180 binnen 139 Wing waren op 28.04.45 naar Achmer overgeplaatst. No. 320 arriveer de daar twee dagen later. 2. Spangenberg had het commando reeds in juli 1945 overgedragen aan OMSD 2 KMR H.L.J. Hack. 3. Op R.A.F Fersfield was 2 GSU oftewel Group Service Unit van 2 Group gebaseerd. 4. P.G. Boer, "Het Directoraat (Nederlandse) Luchtstrijdkrachten" Mars et Historia 20 (1986), 87-94. 5. Vlgs. P.C. Boer (cf. 4) zou ook het met Spitfi res uitgeruste No. 322 Squadron voorbestemd zijn geweest voor het uitvoeren van escorte diensten t.b.v. "Tiger Force" 6. Inmiddels had De Havilland de gedeeltelijk uit hout en lichtmetaal gebouwde DH.103 Hornet tweemotorige lange-afstandjager uit gebracht, die vanaf eind februari 1945 voor de R.A.F. in het Verre Oosten in serie werd gebouwd. 7. B. Robertson, "Tiger Force - How Britain would have bombed Japan in 1945", Air Picto rial 36 (1974), 388 -391. 8. Vermeldenswaard is, dat marinevlieger A.J. van Dun na omscholing bij No. 13 O.T.U. op de Mitchell vanaf 09.06.45 t/m 31.08.45 hij dezelfde O.T.U. op Finmere en Middleton St. George een volledige conversie op de Mosqui to ontving. Deze transitie werd beëindigd met een Advanced Course, waarbij sergeant B.W. Ganderheijden zijn vaste navigator was. 9. IMH/MLD-archief Ad-20/7. 10. Dit in samenwerking met No. 17 O.T.U. (M.j.F. Bowyer, "2 Group - R.A.F. - a complete history, 1936-1945", Londen/1974, 491. 11. Dit waren de Canadese squadrons No. 419, 428, 431 en 434, alle met Lancasters uitgerust; C.G. Jefford "R.A.F. Squadrons", Shrewsbury (1988). 12. IMH/MLD-archief Ad-20/7 Bijlage III. 13. Hoewel nooit als zodanig officieel uitgespro ken, had de hogere R.A.F.-leiding van de toenmalige Britse regering de opdracht ont vangen om de Nederlandse opleiding te Croft zoveel mogelijk te boycotten. Dit i.v.m. de toe- 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1995 | | pagina 12