De Havilland DH. 98 'Mosquito'
Minder bekende naoorlogse MLD-vliegtuigen (4)
Eigenlijk hoort deze fraai-ogende en befaamd geworden Britse jachtbommen
werper niet in deze cyclus thuis. De reden hiervoor is simpel, n.l. dat de naoor
logse Marine Luchtvaartdienst nimmer dit De Havilland-produkt in operatio
nele dienst heeft gehad. Desalniettemin hebben vele marinevliegers, waarne
mers en met name ook technisch grondpersoneel van het dienstvak 'vliegtuig
maker' direct na de bevrijding van ons land ruim twee maanden met
Mosquito's gevlogen en hieraan gesleuteld. In verband met een andere taak
stelling voor het No. 320 (Dutch) Squadron lag het toen in de bedoeling om
de vertrouwde Mitchell-bommenwerper in te ruilen voor de Mosquito-jacht
bommenwerper. Om die reden moest het squadron-personeel een conversie
opleiding op dit voor hen volkomen nieuwe type doorlopen.
Hoe dit alles in zijn werk ging en ten slotte toch niet het beoogde resultaat
opleverde, is een weinig bekende episode uit de rijke historie van ons oudste
vliegtuigsquadron.
320 SQUADRON NA VE-DAY
Op 8 mei 1945 was ook voor 320 het langver
wachte einde aan de oorlogsoperaties boven
West-Europa gekomen. Met een materieelbe
stand van elf Mitchell II en vijf Mitchell III
middelzware bommenwerpers vormde het
squadron op dat moment een onderdeel van
139 Wing (2ndGroup)dat op zijn beurt weer
deel uitmaakte van de 2nd Tactical Air Force.
Het squadron opereerde ten tijde van de
Duitse capitulatie vanaf de juist bezette Luft
waffe-basis Achmer toen beter bekend als "B-
110 airfield" (1)
In de nu aangebroken vredesperiode bleef
320 onder R.A.F.-bevel beschikbaar voor het
uitvoeren van ferryvluchten tussen Achmer
en Engeland. Intussen was de demobilisatie
van het squadronpersoneel in gang gezet. Op
2 augustus daaropvolgend kwam een eind
aan het dienstverband onder R.A.F.-com-
mando. Het squadron ressorteerde nu
geheel onder de Nederlandse militaire orga
nisatie, doch bleef in feite slechts in naam
bestaan: Op diezelfde datum werd het No.
6320 Servicing Echelon ontbonden. Het hier
bij ingedeelde grondpersoneel werd nu
administratief bij 320 ondergebracht en
kwam het commando van OMSD 1 W.F.
Spangenberg hiermee te vervallen (2).
Vanaf 8 augustus werd begonnen met de ver
huizing van het squadronpersoneel inclusief
de vliegtuigen en uitrusting naar R.A.F. Sta
tion Fersfield. Op deze ten Z.W. van Norwich
gelegen vliegbasis werd het complete vliegtui
genbestand van acht Mitchell II's en twaalf
Mitchell Ill's aan de R.A.F. overgedragen (3).
Op 15 augustus werden alle vliegactiviteiten
beëindigd. Het vliegend personeel was op dat
moment niets bekend omtrent de toekomsti
ge plaatsing en tewerkstelling.
NIEUWE TAAK VOOR 320 SQUADRON
Hoewel 320 sinds 2 augustus "was reduced to
a number only basis", lag voor het squadron
wel degelijk een nieuwe operationele bestem
ming in 't verschiet. In feite had het Britse
Air Ministry reeds in november 1944 beslo
ten, dat het squadron na afloop van de oor
log in West-Europa in de strijd tegen Japan
zou worden ingezet. Volgens de toen opge
stelde plannen zou 320 worden toegevoegd
aan 'Tiger Force', een door de R.A.F. te for-
5