lenvoorziening gereserveerd. Van de zestien
MLD-Mitchells werden drie voor de opspo-
rings- en reddingstaak uitgerust, zoals die
door de marine binnen het internationaal
toegewezen Nederlandse zee- en kustgebied
moest worden uitgeoefend. Deze toestellen
ontvingen de registraties R-l t/m R-3 (cijfer-
registraties 18.1 t/m 18.3). De overige der
tien Mitchells werden als A-l 1 t/m A-23 (cij-
ferregistraties 1.11 t/m 1.23) in de MLD-
sterkte opgenomen.
VOOR ALGEMENE DIENSTEN
Na hun aankomst op de toenmalige LSK-
basis Valkenburg werden de Mitchells toege
voegd aan de z.g. Groep Algemene Diensten,
ook wel Algemene Diensten Squadron
genoemd7. Oorspronkelijk vormden drie
Oxford tweemotorige trainers de enige vlieg
tuiguitrusting van dit squadron. Al naar
gelang de behoeften werden naderhand inci
denteel ook enige Harvards en zelfs een Fire
fly-trainer in de sterkte opgenomen. De offi
ciële vastgestelde uitrusting van het
squadron bestond in de jaren 1947 - 1949
evenwel uit zes Mitchells en drie Oxfords.
Vanaf oktober 1948 werden hieraan nog
eens vier Austers toegevoegd8. Met de
Mitchells werd een veelheid van sterk uiteen
lopende opdrachten vervuld. Behalve de al
genoemde OSRl)-taak (waarover later meer)
werden ze ingeschakeld voor het vervoer van
marinepersoneel naar en van Engeland, inci
denteel transport van kleine vrachten en
voor het uitvoeren van langdurige navigatie-
vluchten ten behoeve van de waarnemersop
leiding. Al snel werden ze ook ingezet ten
dienste van oefeningen met de vloot en de
walinrichtingen, zoals de Artillerie- en
Gevechtsinformatieschool "ARGIS". Derge
lijke typische "fleet requiremenf'-opdrach-
ten, waaronder met name het manche-vlie
gen een steeds frequenter voorkomende
activiteit werd, leverde het AD-squadron een
wel gevuld werkprogramma op. De komst
van de eerste Gloster Meteor Mk.IV straalja
gers bij de LSK bracht voor het AD-squadron
nog een extra en nimmer verwachte taak met
zich mee. Aangezien de Meteor was voorzien
van een neuswielonderstel en de LSK op dat
moment nog geen Meteor dual trainers in
dienst had, werden de straaljagervliegers-in-
spe voor enige tijd naar Valkenburg gedeta
cheerd. Na afronding van hun aanvullende
opleiding op de Oxfords van de vliegbasis
Twen the werden ze dan bij de MLD in de
gelegenheid gesteld om vertrouwd te raken
met de snellere Mitchell en met het intrekba
re neuswiel". Uiteraard verviel deze wel heel
speciale instructie nadat de Meteor T.Mk.VII
trainer zijn intrede bij de Legerluchtmacht
had gemaakt. De relatie met de LSK bleef
daarna nog lange tijd bestaan, doordat de
Mitchells diverse malen als richtobject fun
geerden ten behoeve van de operationele
opleiding van de in het luchtgevecht nog
onervaren Meteor-jachtvliegers.
Op 21 juli 1948 leed het squadron een gevoe
lig verlies, toen Mitchell A-21 tijdens een
transportvlucht van Valkenburg verloren
ging. Het toestel vervoerde bij die gelegen
heid urgent benodigde reservedelen voor de
ge-embarkeerde boordvliegtuigen van
Hr.Ms. "Karei Doorman", naar R.N.A.S. Los
siemouth in Schotland. In zeer slechte weer
somstandigheden sloeg de Mitchell te pletter
tegen een heuvel nabij Stonehaven aan de
Schotse oostkust. De gehele bemanning,
bestaande uit OVL 2 KMR TV D.H. Gentis,
OZWNR 2 KMR TV F. Grimmon, SGTVLGR
J. van Donkelaar, de SGTVLGTTEL C.L.
Swens en H.A. Bolleurs alsmede KPLVGMRA
M.N.A. Brouwer, kwam hierbij om het leven.
De stoffelijke resten van deze bemanningsle
den werden aan boord van Hr.Ms. "Van Kins-
bergen" naar Nieuwediep overgebracht,
waarna de begrafenis met militaire eer volg
de'".
DE AIR-SEA RESCUE MITCHELLS
Grote publieke belangstelling verkregen de
Mitchells bij de uitoefening van de hulpver
lenende taak, die de marine bij vliegtuigon
gevallen op zee en bij scheepsrampen bin
nen en ook buiten het Nederlandse zeege
bied kreeg opgedragen. Deze opsporings- en
reddingstaak werd al vanaf 1 maart 1948 uit
geoefend, maar werd pasop 21 mei 1951 for
meel ingesteld. Zoals we eerder zagen, wer
den reeds direct na aankomst op Valkenburg
15