De Mitchell B-2 (2-2), na de face-lift bij Avio Diepen.
meer ingezet voor het schaduwen van een
"vijandelijk" konvooi, dat vervolgens werd
aangevallen18. Gedurende de resterende
maanden van 1949 en ook in de periode
1950 - 1951 werden met de Mitchells diverse
z.g. Heet requirement-vluchten (waaronder
manchevluchten met de hiertoe uitgeruste
A-13) afgewisseld met eigen oefeningen t.b.v.
de squadronbemanningen en buiten het
squadron geplaatst MLD-personeel. Vanaf
mei 1950 ontvingen de Mitchells een nieuwe
registratie in de M-reeks (cijferregistratie
13). Uit geraadpleegde vliegboekaanteke
ningen waren toen acht Mitchells in bedrijf,
die nu de registraties M-l t/m M-8 voerden.
FACE-LIFT BIJ AVIO-DIEPEN
In de loop van 1950 waren praktisch alle bij
320 ingedeelde Mitchells aan een grote
onderhoudsbeurt (z.g. G.O.) toe. Aangezien
de toestellen voor de MLD in het kader van
de al genoemde fleet requirement-taken
eigenlijk moeilijk gemist konden worden en
vooralsnog geen zicht was op een vervan
gend vliegtuigtype in deze klasse, werd beslo
ten de Mitchells nog enige tijd aan te hou
den. Voor de uitvoering van het G.O. werd
een beroep gedaan op de Nederlandse
industrie, in dit geval de N.V. Avio-Diepen op
Ypenburg. Nadat een voorlopig contract was
geplaatst, werden in maart 1950 de eerste
drie Mitchells (de M-5, M-6 en M-9) aan de
Rijswijkse firma overgedragen. In mei volgde
de M-2, in juni de M-l en de M-3 werd op 25
augustus van dat jaar als zesde en laatste toe
stel naar Ypenburg overgevlogen1'. In ver
band met de geconstateerde corrosiever-
schijnselen werden alle vliegtuigcasco's volle
dig gedemonteerd, waarna de onderdelen
en componenten grondig werden schoonge
maakt en een nieuwe verfbeurt ontvingen.
Bovendien kreeg Avio-Diepen opdracht niet
minder dan 75 verschillende modificaties op
elk toestel aan te brengen. De meest in het
oog springende wijziging betrof het verwijde
ren van de draaibare mi trail leur koepel aan
19