Een C-47 Dakota van het in 1946 opgerichte 20 Squadron ML7KNIL.
een stafidee, omdat de vliegtuigen te gecompliceerd zouden worden. Maar de Amerikaanse
luchtverdediging hangt voor een groot deel af van dit soort vrijetijdssoldaten. Er zijn echter
plannen om ze binnen niet al te lange tijd weer opnieuw op te richten. Op de grond zijn ze er
alweer, No 4624 squadron RAuxAF zet bijvoorbeeld de traditie voort van No 624 squadron
RAF. Ook ten behoeve van het RAF Regiment. In 1957 werd t.b.v. het leger het Army Air
Corps opgericht, welk Corps de nummers van de lichte vliegtuigsquadrons kreeg uit de oor
log, namelijk vanaf 650. Men deed immers hetzelfde werk.
In 1966 en 1967 zijn weer nieuwe nummers uitgegeven voor twee squadrons voor electroni-
sche oorlogsvoering, te weten No 360 en 361 Squadron. No 361 squadron is nooit goed op
dreef gekomen en derhalve na enkele maanden opgeheven. No 360 squdron zal binnen niet
al te lange tijd opgeheven worden omdat de taak wordt overgenomen door een particulier
bedrijf. Tegenwoordig is de RAF gereduceerd tot een kern van squadrons waarvan, met twee
uitzonderingen, de traditie teruggaat tot de le Wereldoorlog. De FAA was hard op weg een
helicopterstrijdmacht te worden, maar heeft sinds 1980 de beschikking over Harrier jacht
vliegtuigen en 3 vliegdekschepen.
LUCHTSTRIJDKRACHTEN
Dit voor wat betreft de squadrons die hun traditie terugvoeren op de RAF en RAAF. Na de 2e
Wereldoorlog werd zowel in Nederland als in Nederlands-Indië, bij de LSK, de MLD en de
ML-KNIL een groot aantal onderdelen opgericht zonder oorlogstraditie. Zo werd het 323
squadron opgericht als de le Jachtvliegtuigafdeling (lejava). Hierin vond de oude vooroor
logse Nederlandse naamgeving voortgang. In het kader van internationale afspraken veran
derde de benaming in squadron en werden nummers in gebruik genomen in een blok tussen
298 en 336.
24