veld naar 5 GGW. Sinds 1966 werd de traditie van vooroorlogse LVA-onderde len van de 2e Groep van het le LVR voortgezet. 5 GGW, De laatste groep werd opgericht op 1 september 1966. De squadrons 500 t/m 502 zetten de traditie voort van de inmiddels opgeheven jachtvliegsquadrons 700 t/m 702. Na de opheffing van 4 GGW werd 423 squadron omgenummerd tot 503 squadron. Op 4 december 1981 is een aantal niet in gebruik zijnde nummers toegewezen aan de zoge naamde actieve luchtverdedigingssquadrons. Deze zijn gestationeerd op de operationele vliegbases, en uitgerust met Hawk-raketten en 40 mm luchtafweergeschut. Op 1 januari 1993 werd de Groep Lichte Vliegtuigen in het kader van bezuinigingen en ratio nalisatie overgeheveld van de Koninklijke Landmacht naar de Koninklijke Luchtmacht en omgedoopt tot Groep Helicopters KLu. Bases en nummers bleven ongewijzigd. Bij het terugtrekken van de twee nog resterende Groepen Geleide Wapens uit Duitsland naar de Vliegbasis De Peel ontstaat uit de twee groepen een nieuwe Groep Geleide Wapens Neder land, waarvan de Squadronnummers met een 8 beginnen, namelijk 801 tot en met 804 en een vijfde ALVD opleidingssquadron genummerd 805. Deze squadrons bestaan uit Hawks en Patriots, aangevuld met Stingers voor de nabijverdediging. MARINE LUCHTVAARTDIENST NA 1945 De MLD had na de oorlog grootse plannen, maar, zoals de vaderlandse traditie dat wil, er kwam weinig van terecht. Met wat er wel gekomen is werd vanaf het einde van de jaren '40 een dozijn squadrons in de lucht gebracht. Aanvankelijk werd er nog gesproken van Groe pen, die dezelfde taken hadden als elders squadrons en opleidingseenheden. Het merendeel van de squadrons was genummerd van 1 t/m 9 en daarnaast waren er de squadrons met de Engelse traditie. 321 Squadron met Dakota's en Catalina's vloog tussen 1946 en 1950 niet met een nummer, maar onder de naam van Oostelijk Verkenning^- en Transportsquadron (OVTS). Mede als gevolg van het verdwijnen van Hr. Ms. Karei Doorman (11) en andere bezuinigingen zijn de meeste squadrons opgeheven, zodat de MLD tegenwoordig nog maar uit een handje vol squadrons bestaat, georganiseerd in 2 groepen, de vleugelvliegtuigen (Groep Maritieme Patrouillevliegtuigen) op Marine Vliegkamp Valkenburg en de helicopters (Groep Helicop ters) op het Marine Vliegkamp De Kooy en op de helicopter dragende schepen. ML-KNIL 1945-1950 De ML-KNIL ging na de oorlog direct aan de slag met de squadrons die bij de RAAF hadden gevlogen en in de jaren tot aan haar opheffing zijn daar nog enkele bij gekomen. De num meringvan deze nieuwe squadrons sloot aan bij de RAAF-nummering namelijk 16, 17, 121 en 122. Daarnaast bestond er vanaf december 1945 binnen het RAPWI (Rescue Allied Prisoners of War and Internees) een ongenummerde eenheid met Japanse vliegtuigen). Dil was het zogenaamde RAPWI-squadron onder commando van de kapitein Alli ens. Fotoverkenningen en Luchtfotografie werd uitgevoerd door de Photoverkenningsafdeling (PVA). In 1950 werd de ML-KNIL opgeheven en werd het materieel overgedragen aan de Indonesi sche luchtmacht (AURI). De traditie van vijf van de squadrons is in 1964 voortgezet door GW squadrons, zij het met het voor plaatsen van een 1 of 2 bij het 118 en 220 squadron. P.J.M. Kampsvrijwillig medeiuerker Militaire Luchtvaart Museum 26

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1996 | | pagina 26