Een uiterst gewaagde ontsnapping
van een dapper R.A.F. officier
De heer Ger Roos heeft na de oorlog bij de
luchtmacht gediend en heeft met de straalja
gers uit die tijd gevlogen en is getraind in de
vliegtrainers. Thans vliegt hij met de Harvard
van het MLM. Hij test de trainers van het
museum. Op basis van zijn bevindingen wor
den de instellingen verder verfijnd door
ondergetekende.
Om de trainers goed werkend te houden zijn
voortdurend, net als vroeger, bijregeling en
kleine reparaties nodig. Indien het museum
de trainers wil gaan gebruiken voor instruc
tie bijvoorbeeld aan geïnteresseerde dona
teurs, zou er tenminste nog een afregelaar
aanwezig moeten zijn. Iedereen met techni
sche belangstelling kan in korte tijd het vak
leren. Ook een elektronicus op de hoogte
van radiobuis technieken is nodig. Indien
onder de donateurs belangstellenden aanwe
zig zijn worden zij verzocht contact op te
nemen met de conservator, de heer Kreuger.
H.Jaspers
Postbus 57, 4859 ZH Bavel
Tel. 0161 - 431878
Toen 320 squadron van de MLD in 1943 op B-25 Mitchells overging, kwam het
onder operationeel bevel van AIR VICE MARSHAL SIR BASIL EMBRY, com
mandant van No. TWO GROUP Royal Air Force te staan. Sir Basil was reeds in
die tijd een legendarische figuur. In de Tweede wereldoorlog vloog hij vele
gewaagde operaties tijdens de Noorse campagne en in de meidagen 1940
over België en Frankrijk met Blenheims van No. TWO GROUP Bomber Com
mand, vliegtuigen die door zijn toedoen betere bewapening kregen, en zo
een betere overlevingskans hadden. Zijn naam kreeg hij niet alleen door de
geweldige inzet, die hij immer toen toonde, die naam vestigde hij door zijn
spectaculaire ontsnapping uit de handen van de Duitsers in 1940 en zijn ver
richtingen erna. Over zijn ontsnapping hieronder een relaas.
Op 27 mei 1940 was wing commander Embry
van 107 squadron met een Blenheim op ope
raties tegen de Duitsers, die in Frankrijk in
opmars waren. Boven St. Omer werd hij
beschoten, zijn schutter lag dood in de
mitrailleurkoepel; hij en zijn waarnemer
sprongen nog net op tijd en kwamen geschei
den neer. Embry kwam met een schotwond
aan zijn been in een boomgaard terecht, die
vergeven bleek te zijn van Duitsers. Ontsnap
pen was niet mogelijk. Toen de Duitsers wis
ten dat hij wing commander (=lt.kol.) was,
behandelden zij hem met veel égards door
hem met de persoonlijke stafauto van gene
raal Guderian, bevelhebber van de Duitse
Pantsers, naar diens hoofdkwartier te bren
gen, waar hij een vloeiend Engels sprekende
Duitse officier voor liaison kreeg, met wie hij
een uitstekend diner at. Gehoopt werd zo uit
Embry informatie te krijgen, doch die wist
zulke indianenverhalen te vertellen, dat hij
de Duitser in verlegenheid bracht. De volgen
de dag werd hem te verstaan gegeven, dat hij
geen aparte status meer had en weldra werd
hij in een smerige kooi met andere krijgsge
vangenen geplaatst, waarbij zijn schoenen
hem werden afgepakt om ontsnappen moei
lijker te maken. Na een paar dagen moesten
zij zwaar bewaakt in een grote colonne naar
een krijgsgevangenkamp afmarcheren. Bij
11