geheel geinfecteerde been, een afstand van
ca 250 km!! In Limoges werd hij door Franse
officieren geholpen, verbleef enige dagen in
een hospitaal, waar men vreesde dat hij zijn
been zou moeten verliezen, maar liep er
weg, omdat de Duitsers ook daar werden ver
wacht. Ondanks zijn been, wist hij met hulp
van Fransen via Toulouse naar Marseille te
komen en kreeg er van hen een pas, waar
mee hij naar Perpignan ging. Daar ontmoet
te hij twee vluchtende Britten, met wie hij in
het naburige haventje een bootje stal om
naar Barcelona te komen. Zij vielen echter
in handen van de Franse politie en werden
uitgeleverd aan het Vreemdelingen Legioen.
Met de hulp van mensen, die hij voorjaren
steeds niet wilde noemen, gezien de risico's
daaraan verbonden, dook hij via Madrid en
Gibraltar in Engeland op, om zich meteen
bij zijn squadron te voegen. Een heldenwel
kom wist hij te ontlopen, hij wilde meteen
weer vliegen. Pas nadat hij genezen was, werd
hij na maanden weer vliegmedisch geschikt
verklaard. De Duitsers waren over zijn ont
snapping en het doden van de bewakers de
dag vóór zijn executie zo woedend, dat zij
een prijs op zijn hoofd zetten. Dat ontzegde
hem nog niet operationeel te blijven vliegen
met nachtjagers, waarna hij als chef staf van
de Desert Air Force de operationele effectivi
teit van de squadrons verbeterde. Met een
schuilnaam en valse identiteitskaart liet hij
meer dan eens van zich horen, ook toen hij
in 1943 als Air Vice Marshal Air Officer Com
manding No. TWO GROUP werd, dat weldra
in de Second Tactical Air Force een grote
bijdrage zou leveren voor de invasie van West
Europa.
Eén van de meest spectaculaire operaties was
de aanval op het Gestapo hoofdkwartier in
Aarhuus in Denemarken op 31 october
1944. Embry vloog als wing commander
Smith met zijn onvolprezen waarnemer
Squadron leader Peter Clapham in één van
de 24 Mosquito's en wist alle bommen op het
doel te krijgen. Op 21 maart 1945 waren
Embry en Clapham weer mee in een forma
tie Mosquito's om het hoofdkwartier van de
Gestapo in Kopenhagen met succes aan te
vallen. Op 17 april 1945 vloog Embry zijn
laatste oorlogsoperatie met Clapham in een
Mosquito om het hoofdkwartier van de
Gestapo in Odense plat te gooien. Omdat
het moeilijk was gesitueerd, werden uiteinde
lijk vijf runs gemaakt aleer Embry het verant
woord achtte de bommen op het doel te krij
sen-
Na de oorlog kwam Sir Basil Embry in de
R.A.F. top en werd air chief marshal. Helaas
werd hem nooit na de oorlog de hoogste
functie in de R.A.F. gegund. Na zijn pen
sioen vestigde hij zich als 'farmer' in West
Australië, waar hij ook overleed.
Nawoord
Sir Basil Embry was een man van daden.
Waren er bij het uitbreken van de oorlog
nogal wat commandanten, die de beman
ningen op operaties stuurden en zelf achter
hun bureau bleven, de z.g. deskborne or
chairborn CO's, Embry was een typische oor
logsleider, die zeer met zijn bemanningen
meeleefde en zich gaarne tussen hen in
bevond, niet alleen op hun bases, maar ook
in de lucht op operaties. Soms vloog hij bij
320 squadron mee. Bij het squadron kreeg
hij een onvergetelijke naam, toen hij in een
geschil tussen de Cdt 320, Burgerhout en de
Cdt van de Wing over het inzetten van het
squadron, nadat er sedert D-Day in juni 1944
erg veel verliezen waren geleden, de beman
ningen gehoord hebbend, meteen de kant
van Burgerhout koos en hem voordroeg voor
een Distinguished Service Order, DSO, één
van de hoogste Britse dapperheidsonder
scheidingen. Daardoor ontstond een onder
linge vriendschap, die tot Embry's overlijden
zou duren.
Van der Kop, oct 1995
Bronnen:
Enige gesprekken met AVM Embry en sq.leader
Clapham;
2 GROUP R.A.F. Bowyer, Faber Faber, 1974;
Great Escapes, Davinport, Cardinal 1952;
e.a.
14