dienst werd gesteld, was de R-4. Het was tevens de eerste Sea Otter, die door Vickers Supermarine in vliegwaardige staat werd afgeleverd en op 21 november 1949 naar Nederland werd overgevlogen (12). De knal geel gespoten R-4 werd direct bestemd om als Air-Sea Rescue vliegtuig aan boord van Hr. Ms. "Karei Doorman" dienst te doen. De eerste inscheping vond plaats tijdens de vlag vertoon reis naar de West, die van 2 januari tot 4 mei 1950 plaatsvond. Aangezien het toestel niet met een deklandingshaak was uit gerust, moest het na de viucht met de mobie le dekkraan uit het water worden gehesen. De R-4 was tijdens deze Antillen-reis inge deeld bij Vliegtuigsquadron 4. Vanaf eind mei nam de "Doorman" deel aan de vlootoe- fening "Activity" van de Westeuropese Unie. Mogelijkerwijs was toen wederom de R-4 dan wel de R-5 ingescheept. Van 28 tot 30 juli 1950 maakte de Sea Otter zijn publieksde- buut gedurende de Internationale Lucht vaart show op Ypenburg. Bestuurder bij die gelegenheid was majoor-vlieger J.P. Wassen- berg. De laatst bekende embarkatie van een Sea Otter aan boord van de "Doorman" was die van de R-7 (met remhaak!) gedurende de oefenreis naar de Middellandse Zee van 10 november tot 19 december 1950. Na thuis komst in Rotterdam onderging het vlieg kampschip een uitgebreide reparatiebeurt, waarna ze op 22 november 1951 voor een eerste invaarperiode weer uit de Maasstad vertrok. Tijdens de tweede Antillenreis van 10 januari tot 6 april 1952 werd voor het eerst een helikopter als "plane guard" geëmbar keerd. Dit was de Sikorsky S-51 met registra tie H-l die kort daarna bekendheid zou ver werven als "Jezebel". Intussen was op 24 mei 1951 de OSRD formeel opgericht, nadat de benodigde samenwerking tussen de Konink lijke marine met de PTT, Radio Holland en de KNZHRM officieel was vastgelegd. Vlieg tuigsquadron 320, dat voor de uitvoering van de OSRD-taak voorlopig met drie Mitchells (registraties R-l t/m R-3) had geopereerd, had in augustus 1950 de beschikking gekre gen over een Sea Otter, de R-5. Een maand later werd ook de R-4 bij het squadron inge deeld. Het lag in de bedoeling, dat 320 een vastgestelde sterkte van acht Sea Otters zou ontvang en, die al naar gelang de behoefte vanaf de marinevliegkampen Valkenburg en De Kooij voor OSRD-operaties dag-en-nacht stand-by zouden staan. Als zodanig zouden de amfibies de taak van de Mitchells geheel overnemen. De firma Avio-Diepen verzorgde de inrichting van de Sea Otters voor hun menslievende taak. Om vooral goed op te vallen op zee en tegen een grauwe lucht wer den alle toestellen helder geel geschilderd. Aan boord was plaats voor twee vliegers en vier a vijf personen. De complete reddings uitrusting woog 151 kg en omvatte o.a. een brancard en een winch om drenkelingen aan boord te kunnen hijsen. Verder ontvingen alle Sea Otters een voor die tijd modern Dec- ca navigatiesysteem. Ten slotte waren ze ter weerszijden van de rompboeg voorzien van railingen, waaraan touwen gespannen kon den worden, zodat drenkelingen zich hier aan konden vastklampen. Over het algemeen werd de introductie van de Sea Otter als een duidelijke verbetering voor de OSRD gezien. Vanwege de geringe vliegsnelheid kon de opsporing van drenke lingen met deze toestellen vrij gemakkelijk geschieden terwijl de robuuste bouw het dalen en starten, zelfs vanaf een ruwe zee, zonder al te veel problemen aan het metalen bootlichaam mogelijk maakte (13). Helaas leverde de praktijk met de nieuwe aanwin sten de nodige teleurstellingen op. Doordat kort na elkaar allerlei mankementen optra den, kon de voor 320 Squadron vastgestelde sterkte nimmer worden bereikt. In novem ber 1950 waren drie Sea Otters bij het squadron ingedeeld, waarvan slechts één vliegklaar stond. Vier Sea Otters waren op dat moment op Valkenburg in reparatie. In januari 1951 waren alle acht Sea Otters dooi de MLD overgenomen, echter konden zeven stuks vanwege allerlei storinqen niet worden gebruikt. In de daaropvolgende maanden onderging deze situatie nauwelijks enige ver betering. Bij de indienststelling van Vlieg tuigsquadron 5 op 7 mei 1951, waarbij alle taken inclusief de OSRD van 320 Squadron werden overgenomen, werd uit praktische overwegingen de Sea Otter-sterkte op vijf 19

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1996 | | pagina 19