De Sea Otter R-5 (18-5) was de voormalige JN141 van de RAF.
Otter dan ook allerminst als een betrouw
baar toestel worden beschouwd 19).
Gezien deze droevige ervaringen mag het
een wonder heten, dat VSQ 8 tijdens de
watersnoodramp in Zeeland over welgeteld
vier vliegwaardige Sea Otters beschikte. In
die rampzalige eerste week van februari 1953
werd met drie Sea Otters op het geïnundeer
de gebied geland en kon op die wijze onmid
dellijke assistentie worden verleend aan de in
nood verkerende bewoners in het waters-
noodgebied. In totaal werden 25 personen
uit hun huizen gehaald. Acht gewonden wer
den op de brancard aan boord genomen en
naar Valkenburg geëvacueerd. Verder diri
geerden de Sea Otters de enige marineheli
kopter "Jezebel" naar diverse plaatsen waar
hulp broodnodig was, maar waar de amflbies
zelf niet konden landen. Ten slotte werd op
tal van geïsoleerde plaatsen voedsel gedropt
en water afgegeven. Met een totaal van 21
reddingsvluchten, waarmee 34M vlieguren
waren gemoeid, heeft de squadronbeman
ning ondanks de gammele conditie van de
Sea Otters een méér dan redelijke prestatie
verricht.
Na de uitdienststelling van de L-8 op 5 mei
1953 beschikte VSQ 8 over nog slechts drie
Sea Otters. Het definitieve einde kwam daar
na steeds duidelijker in zicht. Ondanks de
zienderogen achteruit hollende betrouw
baarheid van deze toestellen werden ze nog
steeds actief voor het OSRD-werk benut.
Opmerkelijk in dat jaar waren 30 vluchten
naar het marinevliegkamp De Kooij, waar de
amflbies stand-by werden gehouden in geval
van eventuele rampen op zee. Ten behoeve
van OSRD en proefalarm werd zeven maal
opgestegen. Nadat in de periode van 1 juli
tot 27 oktober de L-l, L-2 en L-3 door VSQ 8
aan het MLTB waren overgedragen, werd
het jaar 1953 afgesloten met in totaal 242 Sea
Otter-vlieguren (20). Alle afgeschreven toe
stellen werden na overdracht via de Domei
nen aan de schroothandel verkocht.
21