EINDCONCLUSIE
Bezien we de korte en vooral teleurstellende
carrière van de Sea Otters bij de MLD, dan
ligt al snel de vraag voor de hand in hoeverre
de investeringen voor de aankoop en de
hoge financiële offers voor de instandhou
ding van deze amfibies wel verantwoord zijn
geweest. Helaas is het maken van een derge
lijke afweging door gemis aan de hiertoe
benodigde financiële informatie onmoge
lijk. Wel kan worden vastgesteld, dat deze
aankoop een interim-oplossing is geweest.
De helikopter tekende zich reeds in 1949 af
als het meest favoriete reddingsplatform
voor OSRD-operaties. De toen aangeboden
typen bleken evenwel geen van alle geschikt
voor de uitoefening van deze taak binnen
het aan Nederland toegewezen Noordzeege
bied. Bijkomende nadelen waren de hoge
aanschaf- en exploitatiekosten voor een pro-
dukt, dat toentertijd een geringe technische
betrouwbaarheid vertoonde. Om die rede
nen lag de aanschaf van de Sea Otters voor
de hand, ook al vanwege de dringende nood
zaak om de OSRD-taak uit te voeren en de
aanwezigheid van een toen nog in ruime
mate aanwezige ervaring op het gebied van
de "watervliegerij" onder de marinevliegers.
Dank zij de Sea Otters kon de MLD een schat
aan ervaring in het reddingswerk op zee
opdoen. Een prachtig staaltje van hun kun
nen toonden de vliegers van VSQ8 tijdens de
hulpverlening, die zij met deze amfibies aan
de Zeeuwse bevolking in het zo zwaar geteis
terde rampgebied op zo'n voortreffelijke wij
ze ten uitvoer brachten. In dat licht bezien
was de aanschaf en exploitatie van de Sea
Otters alleszins verantwoord!
Nico Geldhof
Noten:
1. C.F. Andrews E.B. Morgan "Supermarine
aircraft since 1914", Londen (1981).
2. IMH/Iosse stukken: Notulen CMS d.d.
02.04.48. Hr. Ms. "Van Kinsbergen" fungeer
de tijdens de "bootjesreis" met de jongste-
jaars adelborsten korte tijd als volgboot. Voor
de drie najaarsoefeningen van de "Doorman"
nabij de Moray Firth werd de torpedobootja-
ger Hr. Ms. "Piet Hein" vrijgemaakt.
3. De helicopter bleek nog een te onbetrouw
baar zeereddingsvliegtuig voor het vervullen
van SAR-opdrachten vanaf carriers. In 1949
was de Piasecki PV-8 de eerste helicopter, die
als HUP-1 door de U.S. Navy voor dit doel aan
boord van Amerikaanse oorlogsschepen werd
beproefd.
4. IMH/MLD-archief: Notulen CMS d.d.
02.04.48.
5. "AV1A" IX (1950), IX (1950), 224 "Sea Otters
voor de OSRD"
6. Hiertoe moest het richtingsroer worden inge
kort.
7. Interview A.J. de Ruijter (1976)
8. Dit waarschijnlijk op grond van de inspectie
bevindingen.
9. IMH/MLD-archief: Vliegtuigkaarten Sea
Otters. P. van Wijngaarden vermeldt in "Van
Aviolanda tot Fokker", Alblasserdam (1984),
71 dat twee via de Britse tussenhandel aange
kochte Sea Otters bij Aviolanda een uitgebrei
de revisie- en schilderbeurt ontvingen. Hier
omtrent staat niets op voornoemde vliegtuig-
kaarten aangegeven.
10. Vliegwereld" 17 (1951), 172.
11Dit waren de G-AJKJD (ex JM764)G-AKIC (ex
JM826) en G-ALTX (c/n S2/0802, ex
JM827).
12. De registratie-aanduiding was toen een
logisch vervolg op die van de OSRD-Mitchells
R-l t/m R-3. Vanaf oktober 1950 werden de
Sea Otters voorzien van nieuwe registraties L-
1 t/m L-8 (cijferregistratie 12, gevolgd door
het vliegtuignummer)
13. "Het Lichtspoor" IV No. 16/22.04.50: "De
OSRD - Bij dag en nacht vliegklaar".
14. IMH/Losse stukken "Indeling Hr.Ms. Oor
logsschepen en Vliegtuigen". De toen bij VSQ
5 ingedeelde Sea Otters hadden de registra
ties L-lL-5 t/m L-8.
15. Voor zover bekend werden deze oefeningen
niet in samenwerking met de al eerder
genoemde snelle motorboten RI 1 en RI 2 uit
gevoerd. Deze boten hebben slechts korte tijd
als ASR-launch dienst gedaan.
16. "Onze Vloot"41 (1952), 233 meldt, dat Bruns
staande in de langszij gebrachte rubberboot
door de draaiende propeller werd gegrepen.
17. IMII/Archief losse stukken "Indeling sche
pen en vliegtuigen".
18. IMH/MLD-archief "Jaarverslagen VSQ 5 en
VSQ 8 over 1952"
19. Ibidem, "Jaarverslag MVKV over 1952"
20. Dit kwam overeen met bijna 14% van het
totaal in 1953 door VSQ 8 gevlogen uren.
23