ren gebouwd in de periode 1935-1945. Zo'n 5000 stuks overleefden de Tweede Wereldoor log. Hiervan zijn 1111 nog slechts 41 (bekende) exemplaren over. Daarvan vliegen er 10 (dus zeer ingrijpend veranderd), zijn 26 stuks een voorbeeld van het type omdat ze samengesteld zijn uit diverse onderdelen of ingrijpend gerepareerd zijn. Slechts 4 exemplaren zijn geheel 'origineel', 1 in het Smithsonian Museum ('The Swoose") in opslag (in toestand 1945 opge slagen), 1 in Memphis Tennessee (de "Memphis Belle", situatie 1943) en twee in ongeconser veerde toestand in moerassen in Nieuw-Guinea. Als onder druk van 'het moeten vliegen' de geconserveerde B-17's luchtwaardig worden gemaakt, verdwijnt daarmee vrijwel alle referen tiemateriaal over B-17's in oorlogstijd. En deze 'druk' om te vliegen is zeker niet denkbeeldig. De hogere politieke, zakelijke of mili taire leiding kan om publicitaire redenen besluiten vliegtuigen uit museumcollecties voor vliegende doeleinden beschikbaar te stellen. Tenslotte bouwen vliegende historische vliegtuigen een verwachtingspatroon op bij het publiek, met alle gevolgen voor de historische correctheid van de collecties van de musea. Vliegende historische vliegtuigen zien er altijd schitterend uit, strak in de verf, met ronkende motoren, alle onderdelen perfect in orde. En dus verwacht het publiek dat in de musea ook zo zien en worden vliegtuigen niet geres taureerd, maar gerepareerd om er weer zo mooi mogelijk uit te zien en geschilderd in het kleurenschema dat het publiek van dat museum verwacht te zien. Het museum wordt daar mee een soort showroom van vliegtuigtypen, in plaats van een verzameling individuele objec ten met een eigen geschiedenis. Nu is dit geen pleidooi om vliegtuigen ongerestaureerd in musea neer te zetten, een verza meling wrakken. Het is mogelijk deze vliegtuigen zo te restaureren dat het originele materi aal niet verloren gaat, nieuw ingebouwde delen als zodanig te herkennen zijn en door een voor dat specifieke toestel historisch verantwoord kleurenschema te kiezen. Dit is een volko men normale manier van restaureren voor archeologische-, historische-en kunstmusea. POSITIEVE ASPECTEN VAN VLIEGENDE HISTORISCHE VLIEGTUIGEN. Naast de negatieve kanten van het vliegen met historische vliegtuigen, zijn er ook enkele posi tieve punten. 1een vliegtuig is pas in zijn element als het vliegt en kan daarmee ook (op beperkte wijze) demonstreren voor welk doel het toestel ontworpen was en wat het kon. 2. door ermee te vliegen 'ervaart' het publiek op een bepaalde manier de geluiden, de geu ren en een blik op het verleden. 3. het opereren met deze toestellen geeft inzicht in de vliegeigenschappen en onderhouds- problemen uit een bepaald tijdperk. 4. vliegwaardig maken van een historisch vliegtuig geeft inzicht in de productieproblemen uit dat tijdperk. CONCLUSIES Welke conclusies heeft het Militaire Luchtvaart Museum hieruit getrokken? 1In principe wordt er niet gevlogen met de toestellen uit de collecties van de musea. 2. Moet er toch gevlogen worden, dan bij voorkeur met replica's van historische vliegtuigen; deze hebben exact dezelfde positieve punten als een historisch vliegtuig, zonder de risi co's van informatieverlies. 3. Indien geen replica gebouwd kan worden en de 'druk' om met iets te gaan vliegen niet afgewend kan worden, gebruik dan toestellen waarvan meerdere exemplaren in musea aanwezig zijn. 8

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1996 | | pagina 8