VERSLAG TRANSPORT F-102
Op maandag 16 oktober vertrekken we met liet benodigde materieel en personeel richting (Grieken
land en komen die dag tot de plaats Manching in Duitsland waar we omstreeks negen uur 's avonds
arriveren
De volgende dag staan we vroeg op en dan blijkt dat de radiateur van de VW Combi lekt. De Duitse
MT is vanaf half acht bemand en helpt ons met het verstrekken van een anti lek pil en we kunnen
om kwart voor negen vertrekken.
Omdat we binnen korte termijn een reparatie verwachten wordt de route in overleg met de Motor
Transport Groep KLu gewijzigd en proberen we Brindisi in twee in plaats van in drie dagen te berei
ken.
De pil houdt zich goed en we passeren om hall twaalf de Duits-Oostenrijkse grens waar de
Gendarmerie ons al staal op te wachten voor begeleiding. Passage via de douane levert geen pro
blemen op. Dank zij de uitstekende begeleiding arriveren we al om half drie bij de Italiaanse grens
(Brenner Pas) en hier slaat de Carabinieri ons op te wachten en met alleen een stop voor het avond
eten zijn we al om negen uur 's avonds in Rimini. In Rimini weet men echter niets van onze komst,
de ambassade in Rome is ook zo ver weg. maar na wat overleg en heen en weer gepraat mogen de
auto's uiteindelijk worden geparkeerd en wordt een hotel geregeld waar we tenslotte doodmoe in
bed duiken.
In de vroege ochtend van woensdag de achttiende oktober vertrekken we om acht uur wederom met
begeleiding van de Carabinieri.
De radiateur houdt zich nog steeds goed maar een ander probleem duikt op. De VW Combi heeft
een kleinere brandstoftank dan de vrachtwagens en derhalve moeten we vaker een benzinepomp
opzoeken. Onze tankpas is alleen geldig voor Shell benzine en dan is het vreselijk vervelend als de
tank leeg raakt en in geen velden of wegen een Shell pomp is te ontdekken. Goede raad is duur en
met een Combi en één Carabinieri verlaten we de snelweg en tanken bij een lokale pomp; we moe
ten de rekening zelf betalen. Na ongeveer 45 minuten hebben we weer aansluiting bij het konvooi.
Met de nodige onderbrekingen voorde maaltijden rijden we verder zonder problemen naar Brindisi
waar we om half tien 's avonds aankomen. Onze aankomst is ook hier een complete verrassing maar
met hulp van de Carabinieri wordt een veilige parkeerplaats geregeld en bereiken we om elf uur het
hotel. Zeer vermoeid maar in ieder geval één dag gewonnen.
De volgende ochtend om acht uur zijn we weer reisvaardig maar een lekke band van de Combi zorgt
nu voor oponthoud. De MT van Brindisi repareert de band en met begeleiding van de Carabinieri
vertrekken we om half tien naar de ferry boot waar we omstreeks half één aankomen. Tot zeven uur
's avonds zijn we alleen maar bezig om de douane-, politie- en inschepingsformulieren geaccep
teerd te krijgen. Tot overmaat van ramp moeten we ook nog eens 434.000 Lire betalen voor haven
geld. Tenslotte mogen we als laatsten aan boord en passeren we om middernacht de virtuele grens
met Griekenland. Het slapen is gratis maar het eten moet uiteraard wel worden betaald, ledereen
is gaar hetgeen blijkt uit het tijdstip van opstaan, namelijk pas rond elf uur in de ochtend. Om drie
uur 's middags arriveren we in Patras en rijden meteen door richting Athene. Als we rond zes uur
Athene naderen nemen we contact op met de Nederlandse Ambassade voor politie-begeleiding.
Alras verschijnt een busje van de Griekse Luchtmacht die geen achterlichten en ook geen rich
tingaanwijzers heeft, terwijl het al donker is. Later blijkt dit vrij normaal te zijn evenals het door
rood licht rijden en het permanent claxoneren. We wennen er vrij snel aan. Om negen uur komen
we gezond en heel op de luchtmachtbasis Tatoi (Noord-Athene) aan. Na de kennismaking blijkt dat
11