heeft met een Amerikaanse toestemming. Ik geef deze informatie door aan de Nederlandse Ambassade en aan de conservator van het museum. We laden de romp met behulp van twee Griekse kranen, één uit het jaar 1952 en één uit het jaar 1942. maar het gaat allemaal goed. Om vier uur arriveert een fax uit Rome waarin staat dat de toestemming voor wegtransport is gege ven en dat het transport wordt begeleid. De route is als volgt: Woensdag, 15 november van Brindisi naar Chieti, Donderdag, 16 november van Chieti naar Bologna, Vrijdag. 17 november van Bologna naar Bolzano, Zaterdag en zondag mag niet met het transport worden gereden en dus op maandag de 20e novem ber van Bolzano naar de Brenner Pas. Woensdag. Ik ontvang de douaneformulieren en ik hoor dat de Amerikaanse toestemming ligt bij het State Department in Washington en we dus niet kunnen vertrekken. Ik neem contact op met de conservator en leg hem drie opties voor: a: We laten alles zoals het is en vliegen naar Holland en keren terug zodra de Amerikaanse toe stemming binnen is; b: We laden de Delta Dagger af en gaan met de voertuigen naar huis; c: Ik ontvoer de Delta Dagger en doe net of mijn neus bloedt omdat ik zogenaamd heb begrepen dat alles rond is. Ik verzoek daarbij wel dringend om rugdekking door de Luchtmachtstaf in ver band met een mogelijk diplomatiek incident. De conservator belooft de opties voor de leggen aan de Luchtmachtstaf en neemt contact op met de Chef Kabinet. Alles is geladen en we zijn klaar voor de lange reis terug. Op donderdag doden we de tijd met het helpen van de Grieken aan hun kist. Om drie uur 's mid dags komt het verlossende bericht van de Chef Kabinet; de Luchtmachtstaf kiest voor optie c en we kunnen dus vertrekken. Hoewel het transport naar de ferry boot voor maandag is geboekt probeer ik toch om vrijdag weg te mogen richting haven in Patras. Alles lukt en we leggen ons met een gerust gemoed te ruste. Vrijdag. 10 november. We vertrekken om half acht in de morgen onder begeleiding van de Griekse politie naar Patras. Omstreeks twaalf uur meld ik me bij het boekingsbureau en krijg te horen dat ik wederom havengeld moet betalen, alleen nu iels meer want het transport is qua afmeting langer dan de vorige keer. Toch nog een probleem want we mogen niet parkeren op het haventerrein tot maandag. De Griekse politie tracht te bemiddelen maar ze hebben geen schijn van kans. In de stad zou eventueel geparkeerd kunnen worden maar dan alleen onder permanente bewaking van de poli tie. (24-uur). Goede raad is duur en ik stel voor bij een kazerne of politiebureau te parkeren. De enige mogelijkheid blijkt een Griekse vliegbasis te zijn in Araxis, vijftig kilometer verderop. De politie regelt zelf begeleiding er naar toe en op maandag terug. Prima. Om zeven uur 's avonds komen we in Araxis aan en uiteindelijk staat het konvooi om acht uur geparkeerd en kunnen we op zoek gaan naar een hotel; gelukkig begint morgen het week-end. Op maandag, 13 november. We vertrekken naar Patras waar we om twaalf uur aankomen en we bij het boekingskantoor horen dat alles in orde is en we ons om zes uur moeten melden bij de opstel plaats van pier zeven. 15

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1996 | | pagina 15