Bevrijd van de zware last steeg de Lancaster tot ca 1500 ft. Het was niet lang daarna, dat de bak boord motoren niet meer functioneerden en alleen op de beide stuurboordmotoren, met veel tegenstuur, moest worden verdergevlogen. Hel gevaar van overbelasting van deze motoren zou spoedig blijken. Het was onmogelijk de thuis basis te bereiken. Knight gaf bevel bewapening en munitie overboord te gooien, maar hiervoor was praktisch geen tijd meer. Knight hield de Lancaster "steady" en gaf aan zijn bemanning opdracht het toestel per para chute te verlaten. De vlieger wenste de als laat ste springende Sgt. Bob Kellow nog een "God bless" toe. Hij moest wel beseft hebben, dat de overlevingskansen voor hem nihil waren. Het was bekend, dat een Lancaster op zijn rug kan telt, zodra de besturing niet meer onder contro le is. Een piloot heeft, zeker op geringe hoogte, weinig of geen kans het toestel te verlaten en te overleven. Komende uit een oostelijke richting vloog de Lancaster laag in een ruime cirkel boven het dorp Den Ham. Tenslotte kwam het toestel in aanraking met een aantal bomen en stortte neer op een naastgelegen veld aan de Janman weg, NW van het dorp. De uit Australië afkomstige F/Lt Lesley G. Knight verloor hierbij het leven. Hij werd op het kerkhof van Den Ham begraven. Vijf van de zeven bemanningsleden, die per parachute veilig de grond bereikten, t.w. F/O M.S. Hobday, F/O E.C. Johnson, de F/Sgts R.G.T. Kellow, F.E. Sutherland en L. Woollard kwamen in contact met leden van het plaatselij ke verzet, vielen niet in handen van de Duitsers en konden daardoor binnen enkele maanden Engeland weer bereiken. De twee andere leden, F/Sgt R.E. Graystone en F/Sgt H.E. O'Brien, waren niet zo gelukkig en werden reeds de volgende ochtend door een Duitse patrouille ontdekt en als krijgsgevange nen weggevoerd. HET MYSTERIE VAN DENEKAMP In de nacht van 15 op 16 september 1943. vol gens het politierapport om 04.08 uur, werd Denekamp opgeschrikt door een geweldige explosie, die dorp en omgeving deed dreunen en de plaatselijke bevolking klaarwakker schudde. Eerst bij het aanbreken van de dag werd pas duidelijk wat er aan de hand was. Midden in het kanaal Almelo-Nordhorn, onge veer op de plaats waar dit kanaal thans wordt gekruist door het huidige Omleidingskanaal was een krater geslagen met een middellijn van 25 meter. De zuidelijke kanaaldijk was zwaar gehavend en ook diverse huizen in de omgeving werden in meer of mindere mate beschadigd. Er waren echter geen dodelijke slachtoffers, wel hadden een zestal personen verwondingen opgelopen. Onder de nadien gevonden restanten van de bom bevond zich ook het omhulsel van de slag pen met vermelding van een code-nr. F.870 MKI SMP8/43. Bij navraag in Engeland (RAF- Museum) na de oorlog bleek, dat dit onderdeel afkomstig moet zijn van een 12000 lb High Capacity Bomb. Dan komt nu de vraag naar voren: Door wie werd deze bom geworpen? Die nacht werd alleen het Dortmund-Ems kanaal bij Ladbergen door de R AF aangevallen. Behoudens de acht Lancasters en de Mosquito's waren geen andere Engelse toestellen boven vijandelijk gebied. De Lancaster van S/Ldr Holden vond bij Nordhorn zijn einde. Vast staat, dat de zeven toestellen om 03.10 uur boven het doelgebied bij Ladbergen arriveerden. Archiefbronnen in Ladbergen melden, dat die bewuste nacht een aanval door Engelse bommenwerpers plaats vond. waarbij drie toestellen (Allsebrook. Divall en Wilson) in de directe omgeving van I .adbergen neerstortten. De bom bij Denekamp moet zonder twijfel zijn geworpen door één van de 4 overgebleven Lancasters, t.w. die van Martin, Shannon, Knight of Rice. De bemanningen van Shannon en Martin heb- 30

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1996 | | pagina 30