De Tirpitz, blok aan het been
van de Britse marine
De TIRPITZ, zusterschip van de BISMARCK, is in de Tweede Wereldoorlog voor drie
jaren een blok aan liet been van de geallieerden geweest. Vele aanvallen werden erop
gedaan, waaraan ook Nederlandse marinevliegers deelnamen. Hierna een relaas over
haar operaties en haar uiteindelijke ondergang.
Duitsland wilde zich in Hitiers tijd doen gelden
als een martieme macht van betekenis. Daarom
werd medio jaren dertig het z.g. Z-plan in gang
gezet, een vloot van slagschepen, vliegkamp
schepen, kruisers en torpedobootjagers, die in
vele opzichten de Britse en andere marines
moest overtreffen. Het plan moest rond 1945
zijn voltooid. In het kader van dat Z-plan werd
de BISMARCK in Hamburg gebouwd en in
augustus 1940 in dienst gesteld. Het zuster
schip, de TIRPITZ, werd in Wilhelmshaven
gebouwd en kwam in dienst in februari 1941.
Een vliegkampschip was in aanbouw en kwam
niet meer af. omdat Hitier eerder oorlog wilde,
waardoor er van het Z-plan weinig terecht
kwam. Beide slagschepen mochten gerust met
hun waterverplaatsing van ca. 51.000 ton en
een bemanning van 2500 man superslagsche
pen worden genoemd. Zij hadden 8 x 38 cm
kanons, die drie keer per minuut ieder een gra
naat van ruim 800 kg meer dan 40 km konden
wegschieten, waarbij een vuurleiding werd
gebruikt, die veel geavanceerder was dan die
van de geallieerde schepen uit die tijd. Aan
pantser en waterdichte indeling was heel veel
aandacht besteed, waarbij proeven hadden
bewezen, dat de schepen nagenoeg onzinkbaar
waren. Voorts was er een secundaire bewape
ning van 12 x 15 cm, ook geschikt voor luchtaf
weer met granaten van ca. 45,5 kg met een
vuursnelheid van 6 tot 8 schoten per minuut.
Dan waren er speciaal voor luchtafweer 16 x
10,5 cm met granaten van ca. 15 kg met een
vuurssnelheid van 15 tot 18 schoten per minuut
en voorts 16 x 3,7 cm en 64 x 2 cm mitrailleurs.
Dat de hoofdbewapening goed functioneerde,
bleek uit het snelle uitschakelen van HMS
HOOI), slagkruiser en pronkschip van de Royal
Navy, en het beschadiging van HMS PRINCE
OF WALES toen de BISMARCK en de kruiser
PRINZ EUGEN in mei 1941 met operatie
Rheinübung de geallieerde scheepvaart op de
Atlantische Oceaan zou aanvallen. Na weer ver
kend te zijn werd de Homefleet met 2 vlieg
kampschepen, 5 slagschepen, 9 kruisers en 18
torpedobootjagers ingezet. Enkele torpedo's van
Swordfish-vliegtuigen maakten de roeren van
de BISMARCK onklaar, die reeds water had
gemaakt door enige treffers van HMS PRINCE
OF WALES. Daarna werd het schip prooi van
de verzamelde Home Fleet, die het met kanons
en torpedo's verder afmaakte. Aldus bleek het
onzinkbaar zijn een relatief begrip.
Ondertussen werd de TIRPITZ, genoemd naar
de grondlegger van de Duitse Marine, medio
juli 1940 tijdens de afbouw zonder succes aan
gevallen door de Royal Air Force. In september
1941 voegde het schip zich bij de Oostzeevloot
om de bemanning verder te oefenen voor hun
oorlogstaak. Samen met het vestzakslagschip
ADMIRAL SCHEER zou het in november 1941
de geallieerde scheepvaart in de Atlantische
Oceaan aanvallen, doch de risico's werden te
groot geacht, zodat het in januari 1942 zo onop
vallend mogelijk via het Kieler kanaal naar
Noorwegen ging en daar dicht onder de wal in
de steile Föttenfjord in de Trondheim fjord
beschutting zocht. De Britten hadden meteen
weet daarvan gekregen, waarbij naast luehtver-
kenners ook agenten en verzetsmensen een rol
speelden. Uitgebreide maatregelen tegen diver
se aanvallen werden genomen, door niet alleen
rookgeneratoren op diverse plaatsen aan te
brengen, doch ook door de luchtafweer aan de
wal te vermeerderen en anti-torpedonetten aan
25