te brengen, terwijl patrouilles met kleine vaar
tuigen werden geïntensiveerd. Om de beman
ning tegen eentonigheid te behoeden, werden
allerlei vormen van afleiding georganiseerd.
Van 6 tot 12 maart 1942 werd tot hun grote
genoegen het schip met een escorte naar zee
gestuurd met de opdracht convooien naar en
van Rusland aan te vallen. Door de bar slechte
weersomstandigheden kwam daarvan niets
terecht. Ook de waakzame Homefleet, ingezet
om de convooien te beschermen, had met het
slechte weer te kampen. Op een gegeven ogen
blik lagen de Duitsers niet meer dan 70 mijl van
de Britse vloot. Twaalf Albacore torpedovlieg
tuigen van 817 en 832 squadron van HMS VIC
TORIOUS werden toch op de TIRPITZ afge
stuurd, die hen met zijn gehele batterij een
warme ontvangst gaf. Twee Albacores werden
neergehaald. De torpedo's richten niets uit!
Terug in de Föttenfjord deden in de nacht van
30 op 31 maart 1942 van de R.A.F. 33 Halifax
4-motorige bommenwerpers van ca. 14.000 vt
hoogte een aanval in heel slecht weer. Vijf
vliegtuigen gingen verloren, bommen kwamen
niet in de buurt van het doel.
De eentonigheid werd in de nacht van 27 op 28
april 1942 doorbroken door een nieuwe aanval
van 31 Halifaxes en 12 Lancasters, die door het
gelegde rookgordijn en de luchtafweer geen
resultaten boekten, ten koste van vijf vliegtui
gen. Een deel van de afgeworpen bommen bleek
uit dieptebommen te bestaan, die langs een hel
ling naar het schip moesten rollen, om daaron
der te ontploffen. Vele daarvan kwamen niet zo
ver en werden door de Duitsers gedemonteerd.
Van de 'gewone' bommen bleek ook een deel
niet geëxplodeerd te zijn.
Begin juli 1942 was de TIRPITZ weer op zee en
zou samen met het vestzakslagschip ADMIRAL
SCHEER, de zware kruiser HIPPER en zes
jagers de operatie Rösselsprung (paardesprong)
uitvoeren om een voor Rusland bestemd con-
vooi, PQ 17 met zware escorte, aan te vallen.
Dat convooi zou de geschiedenis ingaan als hét
rampconvooi. In verband met het uitvaren van
de TIRPITZ moest het op last van Londen en
tegen de wil van de commandant van dekkende
eenheden zich verspreiden, met gevolg, dat van
de 34 schepen er 23 door U-boten en de
Lufwaffe tot zinken werden gebracht! Het
Duitse verband met de TIRPITZ als vlagge-
schip op weg naar de Altenfjord, werd door
pech achtervolgd. Eerst liep de SCHEER op
een klip en daarna ook nog drie jagers door,
naar beweren, onbetrouwbare Noorse kaarten.
Daarom kreeg de TIRPITZ geen kans het con
vooi aan te vallen, want het schip moest in de
Altenfjord op verdere orders wachten. Alles
werd klaar gemaakt om de volgende ochtend in
actie te komen, doch de opdracht werd afgelast.
Een Russische onderzeeboot die onderweg bin
nen schootsbereik van de TIRPITZ lag, wist van
deze gouden mogelijkheid geen gebruik te
maken.
In de Bogenfjord bij Narvik werd voor anker
gegaan en naarmate de dagen verliepen, ging de
stemming naar een dieptepunt. Wat de com
mandant niet verwachtte, gebeurde. Een jonge
matroos Turowski deserteerde, wilde naar
Zweden en werd gepakt. Na krijgsraad aan
boord kreeg hij om een voorbeeld te stellen de
doodstraf. Op een Alle Hens werd hij meteen
erna door een vuurpeloton geëxecuteerd en
daarna in een zak overboord gezet. Aldus zat de
angst er bij de bemanning in. En daartoe droe
gen het lange daglicht en de R.A.F. verkennin
gen bij.
Met het mislukken van Rösselsprung werd de
twijfel van Hitier jegens het nut van het slag
schip slechts vergroot, hoe ook admiraal Raeder
argumenteerde, dat de TIRPITZ een belangrijk
deel van de Britse vloot aan zich bond. Pas op 6
september 1943 werd weer naar zee gegaan om
installaties op Spitsbergen te bombarderen. De
artillerie bleek uitmuntend te functioneren. De
bemanning was weer gemotiveerd. Daarna lag
het schip weer in de Föttenfjord, waar nieuwe
films waren aangekomen en nog meer boeken
en tijdschriften en...Coring het nut van het slag
schip tegen de successen van zijn Luftwaffe op
de Russische convooien op overdreven wijze
door de radio deed schallen.
Ondertussen was er in Londen heel wat afge-
26