torens van de hoofdbatterij waren ontwricht.
Alle drie voortstuwers waren voor lange tijd
onbruikbaar en een generator was defect, die
o.m. de vuurleiding stroom leverde.
Daarnaast bleek al het servies kapot te zijn en
waren er veel andere electrische storingen.
Alleen op een werf zou het schip weer geheel
operationeel gereed kunnen worden gemaakt.
Maar naar Duitsland terugvaren was te gevaar
lijk, zodat het reparatieschip NEUMARK het zo
goed mogelijk moest oplappen.
Door deze actie was de SCHARN HORST nog
het enige operationele kapitale schip in het
gebied. Het werd met jagers tegen Kerst 1943
ingezet tegen het convooi JW 55B. maar werd
door het slagschip HMS DUKE OF YORK tot
zinken gebracht. Van de 1900 man bemanning
overleefden er slechts 36 een ijskoude zee.
Terwijl het jaar 1944 voor de TIRPITZ rustig
begon en men gewend was aan de lucht verken
ningen, werd het in de nacht van 10 op 11
februari opgeschrikt door een aanval van
Russische bommenwerpers. Vier van de vijftien
wisten de Kaafjord te vinden, doch er kwam
geen bom in de buurt van het schip.
Intussen was het in Londen bekend, dat het
schip weer in de fjord had proefgevaren.
Gemengde berichten waren er over de inzet
baarheid van de TIRPITZ. De twijfel moest met
de operaties Tungsten eindigen, waarbij duik-
aanvallen moesten worden gedaan en torpedo-
aanvallen niet mogelijk waren door de dichtbij
gelegen bergen en de verwachte verdediging.
Op 4 april om 04.07 uur werden in zwaar weer
van de vliegkampschepen HMS's VICTO
RIOUS en FURIOUS en de escortecarriers
HMS 's EMPEROR, SEARCHER, FENCER en
PURSUER, 21 Barracuda duikbommenwerpers
van squadrons 827 en 830 (10 met antipantser
bommen van 725 kg, 11 met 225 kg dergelijke
bommen en met dieptebommen) afgevlogen,
geëscorteerd door boordjagers n.l. 10 Corsairs
van squadron 1834 om op 10.000 vt te blijven
voor mogelijke interventie van de Luftwaffe, 10
Hellcats van squadron 800 en 20 Wildcats van
squadron 881 en 882. die naast verdere dek
king van de Barracuda's ook de dekken en gele
genheidsdoelen zouden mitrailleren. Al snel
was er het rookgordijn, maar op tijd konden de
Barracuda's hun last afwerpen. Weldra was een
nabij gelegen tanker in vlammen en begon de
TIRPITZ van zijn ligplaats te komen, omdat het
schip toevallig op die dag een proefvaart in de
fjord zou gaan maken. Intussen vlogen de
jagers, hun 6 x 12,7 mm mitrailleurs vurend, zo
laag over het schip dat de luchtafweer weinig
kon doen. De commandant ktz Meyer, juist uit
de gepantserde brug gekomen om de schade te
overzien, werd in zijn been geraakt en raakte
bewusteloos. De navigatieofficier wist het schip
van de rotsen weg te houden. Op dek heerste
grote ravage, maar fatale schade was er niet.
Een tweede aanval begon om 05.25 uur met 20
Barracuda's van de squadrons 829 en 931,
waarvan één na de start in zee stortte.
10 Corsairs van squadron 1841, 10 Hellcats van
squadron 804 en 19 Wildcats van 896 en 898
squadrons waren escorte.
De TIRPITZ was gehuld in rook, maar de mas
ten staken daar bovenuit en daarop werd
gebombardeerd. Vliegers rapporteerden vier
treffers met de 725 kg bommen en tien met de
lichtere bommen en meenden, dat het schip
zwaar beschadigd was. Dat en het zware weer,
alsmede de vermoeidheid van de bemanningen
was reden geen verdere aanvallen te doen. Twee
Barracuda's en een Wildcat gingen verloren.
Tot verbazing bleken de aanvallen niet fataal te
zijn geweest. Het schip zou in drie maanden
weer in dezelfde conditie zijn als ervoor. Er
waren 112 doden en 316 gewonden; er was wel
ravage aan dek. Omdat de bommen te laag
waren afgeworpen, kregen zij niet de snelheid
om te penetreren, of zij ontploften niet, omdat
zij te laag waren afgeworpen en daardoor de
scherpstelling niet werd geactiveerd.
In Duitsland wist admiraal Doenitz de inbreng
van het schip bij Hitier toch verder zeker te
stellen. In geval het schip weer zou worden aan
gevallen en onverhoopt zou zinken, zou het in
ondieper water gebracht, alsnog liet geschut
kunnen gebruiken, wellicht ook tegen een
mogelijke invasie. Ook werd Göring op het
matje geroepen, omdat er geen enkel vliegtuig
30