38. 11 mei 1935, brief F. Noonan aan P.V.H. Weems: "...I use Dreisonstok exclusively The accuracy of Fixes was very gratifying. By that an accuracy of approximately ten miles is imp lied. My experience is that such a degree of accuracy is about the average one might expect in aerial navigation... The greatest difficulty is, of course, the determination of drift angle... H.0.208, eerst uitgegeven 1927, is nog altijd goed bruikbaar. Van alle zgn. kort bestek metho den is zij de kortste gebleven en op dit punt niet overtroffen door bijvoorbeeld H.0.214 of H.0.249. Ook H.0.211 - Ageton (1932) is bewerkelijker dan de methode Dreisonstok. Een gefixeerde positie van de Engelse sextant Mk.IX BM (ex R.A.F., WO-II) in combinatie met H.0.208 is indien genomen op zee op 5 mijl nauwkeurig, hetgeen voor een luchtbel-sextant goed is. Een afwijking ontstaan door persoonlijke en observatiefouten bijvoorbeeld uit onbe rekenbare refractie bij geringe zonshoogte, heet een geaccepteerde navigatiefout. Van F. Noonan was bekend, dat hij in staat was een kleine persoonlijke waarnemingsfout aan te hou den waardoor zijn observatie-nauwkeurigheid reproduceerbaar was. 39. Bij de Amerikaanse Burger Luchtvaart Raad (C.A.B) zijn 10 landingen van een Lockheed Electra op zee bekend. Géén van de vliegtuigen desintegreerde daarbij, maar wel zonken ze alle binnen 12 minuten. Theoretisch had de NR16020 een grotere drijfcapaciteit dan gebrui kelijk, namelijk door de extra brandstoftanks. De cabine-tanks echter waren op vulpijpen aangesloten met 10 cm diameter slangen en klemmen, die al bij geringe vertragingen konden loslaten. In de praktijk zou dit vliegtuig daarom nog sneller dan een standaard type Electra gezonken kunnen zijn. 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1997 | | pagina 16