Met de Dornier Wal kon de MLD haar vleugels over de gehele archipel uit slaan. Dan waren er ruim 100 schuilplaatsen om in geval van nood te gebruiken. Deze opzet vergde uiteraard een goede bevoor radingsorganisatie, waarbij niet alleen schepen, maar ook eigen vliegtuigen werden betrokken. Daarom kwamen er diverse standaard-uitrustin gen, die afgestemd waren op de taak van de steunpunten, die regelmatig door onze vliegtui gen werden geïnspecteerd. Over schepen gesproken, enkele van de Gouvernementsmarine waren als hulpmoeder schip ingericht, waar aan boord motoren, reser- vedelen en brandstoffen waren opgeslagen. In de Grote Oost ging zo'n schip voor anker in een beschutte baai en soms werden vliegtuigboeien gelegd. Ik heb het genoegen gehad na verken ningen de gastvrijheid aan boord te ervaren. Die schepen kruisten regelmatig door de archipel, uiteraard in overleg met de marineleiding te Batavia, waarbij hun vaarplan afgestemd was op de bewaking- en verkenningstaken van de GVT's. Vooral de toenmalige commandant van de MLD, de latere schout-bij-nacht Karei Doorman, een MLD vlieger van het eerste uur, die op Soesterberg zijn brevet heeft gehaald is de pro motor en stuwende kracht geweest van de MLD organisatie in Indië. Hij had na mei 1940 zijn eigen Dornier, waarmee hij onverwachts sche pen en MLD groepen bezocht. Met de GVT's werden 'tochten' gemaakt, die de gehele achipel bestreken en zodoende was de MLD alom bekend, niet alleen om vlagvertoon, maar ook om medische en andere hulp te bie den. Voor soms twee maanden opereerden groepen van steunpunten en oefenden in bommenwer- pen, nachtvliegen enz. Apart wil ik nog de Fokker T.IV-drijvervliegtui gen noemen, die niet waren bestemd om aan boord te worden genomen. Zij waren bedoeld als bom- en torpedovliegtuig tegen vijandelijke oppervlakte schepen, maar waren al verouderd. Ik heb voor de oorlog geruime tijd met GVT 12, uitgerust met T.IV's vanuit Tarakan en Balikpapan geopereerd. Tarakan was, zoals gezegd hoofdsteunpunt met goede accomodatie en een vliegtuigdok voor o.m. onderhoud van de T.IV en eventueel motor verwisselen, dat toen nogal wat voorkwam. Van de Shell-soos en het zwembad werd gaarne gebruik gemaakt. Bij de haveningang was een kleine soos waar kon worden gebiljard. Naast die soos was een Japanse kapper, die kapitein ter zee van de Japanse Marine bleek te zijn en nauwlettend alle scheeps- en vliegtuigbewegin gen noteerde en die aan zijn bazen doorgaf. 25

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1997 | | pagina 25