Een herinnering die ik U niet mag onthouden is
een vlucht met een T.IV met ltz Reijnierse, de
latere lt. generaal van de KLu, naar een geheim
vliegveld van de ML van het KNIL bij
Samarinda in Borneo. Wij landden daar op een
rivier vol krokodillen, die heel nieuwsgierig
langs onze drijvers gleden. Dat heeft menigeen
kippenvel gegeven. De bezetting van het vlieg
veld had dat ook enigszins, want wij werden niet
verwacht!
De Dornier Wal was voor die tijd een modern
vliegtuig, met een aluminium bootromp, blind-
vlieginstrumenten, met twee motoren in tan
dem, die ook in de vlucht bereikbaar waren. Als
er bij een Wal een motor faalde, was het moei
lijk op de andere door te gaan.
De bemanning bestond uit vijf man, de vliegers
zaten in een open cockpit en hadden in de lucht
bij regen weinig te duchten, maar hadden wel
na geland te zijn, een pajong, een parapluie
nodig om niet nat te worden. Door de branden
de zon zagen de vliegers er niet uit, rood ver
brand rond vliegbril en vliegerkap.
De bewapening bestond uit 2 mitrailleurs en
een maximum aan 800 kg bommen. Vliegduur
was maximaal als verkenner 10 uur, afhankelijk
van de bommenlast 5 of 3 uur. Met de Dornier
Wal werd feitelijk de Archipel 'opengegooid.'
Nieuwe vliegtuigen
Door toedoen van de technisch officier Sanders
kwam de marineleiding in de jaren dertig tot de
eisen voor een opvolger. Dat werd de drie-moto-
rige Dornier Do-24K, waarvan een versie in het
museum staat. Ook met twee motoren kon men
nog starten, er was een gesloten cockpit en ver
dere verfijningen, een mitrailleur van 20 mm op
de rug en zo'n 1200 kg aan bommen, een grote
vliegduur van meer dan 14 uren. En dan niet te
vergeten een legendarische zeewaardigheid.
Aldus werd de Do-24K eerst in Duitsland en
daarna in Nederland bij Aviolanda gebouwd en
kwam vanaf 1937/38 in dienst in Indië. Plannen
waren er uiteindelijk om 96 in dienst te nemen.
Door het uitbreken van de oorlog in 1940 kreeg
de MLD er uiteindelijk slechts 37.
Intussen nam de spanning in de wereld toe. Die
spanning voelde de MLD al heel snel, want de
tochten werden patrouilles bij de toegangen van
de archipel. Van september 1939 tot december
1941 had de MLD al voor meer dan 5 miljoen
km daaraan besteed! Een enkele keer werd tot
Indo-China gevlogen, waar de Japanners actief
waren, of diep de Stille Oceaan in. Maar voorts
werd er gezocht naar Duitse blokkadebrekers en
hulpschepen, ook onderzeeboten en tot mei 1940
ook nog naar Britten in onze territoriale wateren.
Naarmate echter het aantal Japanse vissers voor
spionage toenam, wisten wij, dat er oorlog zou
komen. Het was alleen de vraag WANNEER!
Met de meidagen 1940 was het afgelopen met
de bouw van MLD-Dorniers in Nederland.
Naarstig werd in juli 1940 een bestelling
geplaatst voor 48 Catalina's. 36 werden ons
meteen toegezegd.
De Cat was een 2-motorige vliegboot, voorzien
van intrekbare drijvers aan de vleugel, met in
elke blister een 7,7 mm dubbel mitrailleur, in
de neus een enkele 7,7 mm mitrailleur, max.
1800 kg bommen en een vliegduur die zonder
extra tanks tot ca. 20 uur kon oplopen. Op één
motor was bij een bepaald gewicht goed te vlie
gen. De Catalina kreeg naam bij het opsporen
van de Bismarck in 1941 en zou daarna in de
Pacific en Atlantische Oceaan een grote rol zijn
weggelegd in diverse taken. Ook onze Cats zou
den die naam verder vestigen.
Onze Cats, via de Pacific overgevlogen, kwa
men vanaf september 1941 ijlings in dienst.
Toen die route niet mogelijk meer was, werden
de laatste vier via de Atlantische Oceaan en
Afrika naar Java gevlogen, voor die tijd een
ongewone prestatie. Bij het overvliegen kregen
wij hulp van de Amerikanen; de omscholing
deden onze instructeurs vnl. zelf.
Tegelijk met de Catalina's werden 48 Ryan les-
vliegtuigen besteld, voorzien van drijvers of
wielonderstel. Een twaalftal Amerikaanse
instructeurs zou bij de opleidingen helpen.
26