De brandstofvoorraad en het brandstofverbruik
van Amelia Earhart's vliegtuig
kwantitatief onderzocht
Deel 3
Lieten wij in deel 1 van het artikel zien hoe de vóór berekening van de 1.000 gallons
brandstofvoorraad voor de reis naar Howland totstand is gekomen, deel 2 in
Nieuwsbrief nr.59 volgde op de voet het verbruik er van. In de veronderstelde omge
ving van Howland bleek nog 45 gallons, 170 liter brandstof aan boord van de
NR16020 te zijn. Dat was een belangrijke uitkomst, want ze stemt precies overeen met
de geregistreerde radio-communicatie. Inmiddels was de relevantie van de theorie nog
niet getoetst: bevond de Earhart-Noonan bemanning zich na 19 uur vliegen wérkelijk
in de directe omgeving van Howland? Dat vraagstuk komt aan de orde in deel 3, tevens
het sluitstuk van de artikelen-reeks.
In deel 2 komt nog een storende fout voor: computers kunnen veel maar ze kunnen
ook iets niet. In de tabel op bladzijde 21 moet in rij 3 het getal 0720 verhuizen naar
kolom D. In rij 5 moeten 0952 en 1033 naar kolom C, resp. D. In rij 9 moet 1800
naar kolom D opschuiven. Wat computers ook niet goed kunnen is afkorten. De eerste
promovendus Nederlands die in zijn stellingen opneemt dat het afkort-streepje dient te
vervallen om onge-lukjes te voorkomen kan succes hebben.
5. Heeft de Earhart-Noonan bemanning de directe omgeving van Howland weten te
bereiken?
In Port Darwin, Australië is van en uit de NR 16020 alles achtergelaten en naar huis verzonden wat
voor een oceaan vlucht niet strikt noodzakelijk meer was. Ook de parachutes werden niet meer mee
genomen en in "Last Flight", 1938, liet George Putnam opnemen dat Noonan alleen nog een ram
melend trommeltje als eigen bagage bij zich had. Academisch is de vraag of die vermelding door
Amelia's echtgenoot verstandig is geweest. Maar wel is het zo dat het trommeltje, wat er in ram
melde was natuurlijk een fles, al gauw een vijftal malen terug gevonden is aan de voet van even
veel palmbomen aan het strand van evenzoveel exotische zuidzee-eilanden liggend op het pad van
evenzoveel literaire avonturiers.
Het opgraven van dat laatst overgebleven bagagestuk wordt ergens beschreven, zó dat de lezer de
tranen weldra over de wangen zullen rollen. En ze gaan het doen ook, zij het om een geheel nieu
we reden als blijkt dat het boek van het verhaal een heel katern fotowerk van de expeditie bevat.
Maar de foto van het trommeltje, die staat er niet in. Wat er wel in staat, in het boek, is dat het ook
niet ging om één fles, maar om dé fles. Het begin kortom van een eerste kwantitatieve verdwij-
nings-theorie die de afwijking van het vliegpad gelijk stelt met een afwijking van het tuinpad? Erg
verwonderlijk is dat alles voor een gevorderde lezer van de Earhart literatuur al lang niet meer. Hij
weet dat de bewijsstukken rond al die theorieën variëren van een foto (vals, zie verder) van Amelia
met een armband (die ze op 2 juli 1937 niet om had en die zich in de "Ninety Nines' collectie blijkt
te bevinden) in een auto met een "Japanse militaire chauffeur" (geïdentificeerd als een burger
employé van Standard Oil) via het vinden van een graf voor twee personen (met twee aziaten er in)
9